In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden, die op 20 januari 2022 is gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag parkeerbelastingen aan eiser is opgelegd voor het parkeren van zijn voertuig op 6 oktober 2020. Eiser had eerder al beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak op bezwaar, die door de rechtbank gegrond was verklaard omdat deze onbevoegd was gedaan. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de tweede uitspraak op bezwaar ook onbevoegd is gedaan, omdat deze is ondertekend door een onbekende medewerker zonder naam of handtekening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de heffingsambtenaar niet correct is aangewezen en dat de publicatie van het mandaatregister niet voldoet aan de vereisten. Het beroep is gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar is vernietigd en verweerder is opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Eiser heeft recht op proceskostenvergoeding van € 759,- en het griffierecht moet door verweerder worden vergoed.