In deze zaak heeft Windpark Goyerbrug B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Houten, met als doel af te dwingen dat de gemeente uiterlijk op 12 oktober 2022 een beslissing neemt over de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de ontwikkeling van een windpark. De Gemeente Houten heeft echter aangevoerd dat Windpark Goyerbrug niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat deze betrekking hebben op de nakoming van afspraken die zijn gemaakt over de uitvoering van publiekrechtelijke bevoegdheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bevoegdhedenovereenkomst, waarbij de gemeente zich verplichtte om haar publiekrechtelijke bevoegdheid om te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning op een bepaalde manier uit te voeren.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat geschillen over de uitvoering van een bevoegdhedenovereenkomst via de bestuursrechter moeten worden behandeld. Dit betekent dat Windpark Goyerbrug niet naar de civiele rechter kan stappen voor de vorderingen die zij heeft ingediend. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat Windpark Goyerbrug niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat zij de bestuursrechter had moeten inschakelen voor de geschillen die voortvloeien uit de anterieure overeenkomst met de Gemeente Houten.
De rechtbank heeft Windpark Goyerbrug ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.692,-. Dit vonnis is uitgesproken op 9 augustus 2022 door mr. S.H. Gaertman en is openbaar gemaakt.