Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en reconventie
earn out clausuleopgenomen die bepaalt op welke wijze de hoogte van het variabele deel van de derde termijn van de koopsom dient te worden vastgesteld. In de tweede alinea van artikel 1.5 van de koopovereenkomst is het volgende opgenomen:
Partijen spannen zich beide in om de overdracht succesvol te laten zijn. Koper en verkoper realiseren zich dat er situaties voor kunnen doen die ertoe kunnen leiden dat er sprake is van klanten en/of medewerkers die vroegtijdig vertrekken.”
Bij een omzetdaling in 2021 van meer dan 20% ten opzichte van de netto betaalde omzet in 2020, geldt dat per extra procent omzetdaling (meer dan 20%) een bedrag van € 2.500,- in mindering strekt op de derde termijn van € 75.000,-.”
per procentomzetdaling een bedrag van € 2.500,- in mindering strekt op het bedrag van € 75.000,-. Hieruit begrijpt de rechtbank dat uitsluitend hele procenten van belang zijn voor de berekening. Van overige omstandigheden die zouden moeten meebrengen dat een andere betekenis aan art. 1.5 van de overeenkomst moet worden gehecht, is niet gebleken.
2.228,00(2,0 punt × tarief € 1.114,00)