ECLI:NL:RBMNE:2022:3474

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
UTR 22/591
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toekenning Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en duurzaamheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, geboren in 2003, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een Wajong-uitkering. Eiseres had op 29 december 2020 een aanvraag ingediend voor een beoordeling van haar arbeidsvermogen, maar het Uwv besloot op 12 april 2021 dat zij geen recht had op de uitkering, omdat zij volgens de verzekeringsarts niet meer dan vier uur per dag belastbaar was. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond op 23 december 2021. Eiseres ging hiertegen in beroep.

De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek had gedaan en voldoende gemotiveerd had dat het niet uitgesloten was dat eiseres op haar 18e verjaardag nog mogelijkheden had om in de toekomst arbeidsvermogen te ontwikkelen. De rechtbank benadrukte dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden moesten maken. De rechtbank concludeerde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat er geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen was op de beoordelingsdatum, en verklaarde het beroep ongegrond.

De rechtbank merkte op dat als er in de toekomst nieuwe ontwikkelingen zijn die de verwachtingen omtrent de arbeidsmogelijkheden van eiseres veranderen, zij een nieuw verzoek kan indienen om alsnog als jonggehandicapte te worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, met mr. M.S.D. de Weerd als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/591

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. R.N. van der Ham),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(Uwv),
(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn)

Inleiding

Eiseres is geboren op [geboortedatum] 2003. Op 29 december 2020 heeft zij bij het Uwv een ‘aanvraag beoordeling arbeidsvermogen’ ingediend om in aanmerking te komen voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Op 12 april 2021 heeft het Uwv besloten dat eiseres geen Wajong-uitkering krijgt. Het Uwv heeft zich daarvoor gebaseerd op het rapport van zijn verzekeringsarts van 9 april 2021. De verzekeringsarts vindt dat eiseres geen arbeidsvermogen heeft, omdat zij niet meer dan vier uur per dag belastbaar is. De verwachting is dat zij in de toekomst nog wel arbeidsvermogen kan ontwikkelen.
Eiseres heeft daartegen bezwaar gemaakt.
Het Uwv heeft bij besluit van 23 december 2021 (het bestreden besluit) het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Het Uwv heeft zich daarvoor gebaseerd op de rapporten van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend met daarbij een nader rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 8 maart 2022.
Eiseres heeft een aanvullend beroepschrift overgelegd met een rapport van Pluryn van 6 april 2022.
Het Uwv heeft daarop gereageerd met een rapport van verzekeringsarts bezwaar en beroep van 23 mei 2022.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022 door middel van een MS Teams-verbinding. Eiseres is samen met haar vader, [naam] , verschenen en is bijgestaan door haar gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Waar gaat het in deze zaak over?

1. Het gaat hier om de weigering aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat volgens het Uwv niet uitgesloten is dat eiseres in de toekomst nog arbeidsvermogen kan ontwikkelen.

Standpunten partijen

2. Partijen zijn het erover eens dat eiseres op medische gronden op haar 18e verjaardag geen arbeidsvermogen heeft, omdat zij niet vier uur per dag belastbaar is. Partijen verschillen van mening over de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen.
3. Het Uwv stelt dat het arbeidsvermogen van eiseres zich nog kan ontwikkelen en verwijst daarvoor naar de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 29 november 2021 en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 16 december 2021. Het is niet uitgesloten dat eiseres door behandeling arbeidsvermogen kan ontwikkelen en belastbaar kan worden voor tenminste vier uur per dag.
4. Eiseres vindt dat zij wel recht op een Wajong-uitkering heeft en dat het Uwv ten onrechte heeft geconcludeerd dat zij in de toekomst nog arbeidsvermogen kan ontwikkelen, het ontbreken van arbeidsvermogen is volgens eiseres duurzaam. Eiseres vindt dat onvoldoende is gemotiveerd hoe de vermoeidheid, die verband houdt met haar voedselinnamestoornis, zal afnemen. Niet staat vast dat de behandeling van PTSS tot het verdwijnen van de voedselinnamestoornis leidt. Zij verwijst daarvoor naar het (eind)behandelverslag van Pluryn van 6 april 2022, waaruit blijkt dat de behandeling stagneert vanwege de complexe problematiek en dat is geconcludeerd dat er forse beperkingen zijn in het dagelijks functioneren, samenhangend met een complexe persoonlijkheidsstructuur. Uit het verslag blijkt ook dat zij nauwelijks naar buiten gaat, al helemaal niet zonder begeleiding. Het maximale dat is bereikt is tweemaal een supermarktbezoek in vier maanden tijd en verschillende keren een korte wandeling. Het energieniveau is nog steeds niet stabiel. Bovendien zijn de schematherapie en EMDR-behandeling zonder resultaat afgerond.

Het beoordelingskader

5. Op grond van de Wajong heeft iemand als jonggehandicapte recht op een uitkering als hij op de dag waarop hij achttien jaar wordt duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Het ‘Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten’ bepaalt dat iemand geen arbeidsvermogen heeft als diegenen:
- geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
- niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
- niet een uur aaneengesloten kan werken; of
- niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
6. Voor het recht op een Wajong-uitkering moet het Uwv dus beoordelen of (ten minste) een van de vier hierboven genoemde situaties zich voordoet. Is dat zo, dan ontbreekt het arbeidsvermogen. Het Uwv moet daarna beoordelen of dat duurzaam is. Het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen betekent dat de mogelijkheden niet door medisch herstel, behandeling, begeleiding of door training (bijvoorbeeld scholing) kunnen verbeteren. Het Uwv heeft een stappenplan ontwikkeld aan de hand waarvan beoordeeld wordt of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is. Volgens het stappenplan moeten de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige een inschatting maken over hoe de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich kunnen ontwikkelen.

Beoordeling van de rechtbank

7. De rechtbank stelt voorop dat het mogelijk is om het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam te achten op grond van verwachtingen over de ontwikkeling van de situatie in de toekomst. Hiervoor is dan wel vereist dat de motivering dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is, aan bepaalde eisen voldoet. De Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste rechter in Wajong-zaken, hanteert hiervoor strenge criteria. De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige moeten een inschatting maken over hoe het arbeidsvermogen zich kan ontwikkelen. Die inschatting moet berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die op het 18e jaar aan de orde zijn, In het geval de inschatting berust op een medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan. Uit de rapporten moet volgen wat de behandeling inhoudt en hoe en op welke wijze het arbeidsvermogen zich door die behandeling kan ontwikkelen. [1]
8. Voor de beoordeling van het beroep van eiseres betekent dit dat het hier gaat om de beoordelingsdatum [geboortedatum] 2021 (de datum waarop zij 18 jaar is geworden) en wat de inschatting over de ontwikkeling van haar arbeidsvermogen op dat moment was.
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek gedaan en voldoende gemotiveerd dat het niet uitgesloten is dat er voor eiseres op haar 18e verjaardag nog mogelijkheden waren om in de toekomst arbeidsvermogen te kunnen ontwikkelen. De rechtbank vindt dat verzekeringsarts bezwaar en beroep Gille en arbeidsdeskundige bezwaar en beroep Admiraal in hun rapporten afdoende hebben gemotiveerd hoe zij tot hun standpunt zijn gekomen dat het ontbreken van arbeidsvermogen bij eiseres niet duurzaam is.
Geen arbeidsvermogen
10. Gille heeft zich voor zijn conclusie in zijn rapport van 29 november 2021 gebaseerd op het gesprek met eiseres en op het verslag van Pluryn van 25 mei 2021. Gille heeft zich kunnen vinden in de conclusie van de primaire verzekeringsarts dat eiseres niet belastbaar is voor ten minste vier uur per dag vanwege het slecht slapen, het teveel aan prikkels ervaren en de benodigde tijd voor de behandeling. Gille heeft gemotiveerd waarom hij vindt dat eiseres wel over basale werknemersvaardigheden beschikt. Daarvoor is nodig dat er forse beperkingen moeten zijn ten aanzien van activiteiten die betrekking hebben op leren en toepassen van kennis, algemene taken en eisen, communicatie en/of tussenmenselijke interacties en relaties. Voor het aannemen van dergelijke forse beperkingen heeft Gille geen aanwijzingen gezien in de informatie van Pluryn. Wel heeft hij vanwege de ontwikkelingsstoornis voor eiseres blijvende beperkingen vastgesteld voor nieuwe situaties en het aangaan en onderhouden van tussenmenselijke interacties en relaties. Arbeidsdeskundige bezwaar en beroep Admiraal heeft gemotiveerd dat die vastgestelde beperkingen niet zodanig zijn dat van basale werknemersvaardigheden geen sprake kan zijn. Na bestudering van het dossier en de verkregen informatie van de gemachtigde van eiseres en na een overleg met Gille heeft Admiraal in haar rapport van 16 december 2021 geconcludeerd dat eiseres, ondanks de bij eiseres vastgestelde beperkingen, over basale werknemersvaardigheden beschikt. Dat komt, omdat van beperkingen ten aanzien van het ontwikkelen van vaardigheden, herinneren, richten van de aandacht, zelfstandig ondernemen van een enkelvoudige of meervoudig taak, uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen, communiceren en omgaan met meerderen naar verwachting in de toekomst geen sprake is. Bovendien functioneert eiseres cognitief op gemiddeld tot bovengemiddeld niveau. De verwachting van Admiraal is dat, als de energetische klachten van eiseres afnemen, eiseres gezien haar vaardigheden, cognitieve vermogens en leerbaarheid in de toekomst een taak kan verrichten. Zij denkt daarbij aan een overzichtelijke taak in een voorspelbare werksituatie.
De rechtbank ziet geen reden om aan deze toelichting over het wel beschikken van basale werknemersvaardigheden te twijfelen.
Niet duurzaam
11. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Gille heeft uit de informatie van Pluryn van 25 mei 2021 afgeleid dat eiseres nog wordt behandeld voor de PTSS en dat de behandeling nog niet is afgerond. Gezien de motivatie van eiseres mag uitgegaan worden van een voortgaande herstelontwikkeling waardoor herbelevingen en daardoor het slecht slapen kan afnemen en het energieniveau kan toenemen. Via Welzijn Lelystad is eiseres de stap aan het maken naar meer zelfstandigheid. Haar behandelaar heeft daarvoor aanvullende hulp geadviseerd. Gille heeft op basis daarvan inzichtelijk zijn verwachting en inschatting gemotiveerd dat het niet uitgesloten is dat met de behandeling nog wel arbeidsvermogen kan worden ontwikkeld.
12. Wat eiseres in beroep aanvullend heeft aangevoerd onder verwijzing naar het verslag van Pluryn van 6 april 2022 leidt niet tot een ander oordeel. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Gille heeft in zijn rapport van 23 mei 2022 inzichtelijk gemotiveerd waarom ook het laatste verslag van Pluryn geen aanleiding geeft tot wijziging van zijn standpunt dat eiseres op de beoordelingsdatum niet is (uit)behandeld en dat niet is uitgesloten dat zij in de toekomst nog arbeidsvermogen zou kunnen ontwikkelen.
Gille heeft in zijn rapport toegelicht dat uit het behandelverslag van Pluryn van 6 april 2022 blijkt dat sprake is van een stagnatie van de behandeling sinds eind 2021 door het ontbreken van onder andere een stabiele (woon)omgeving waardoor het energieniveau van eiseres niet stabiel is. Dit zijn nieuwe ontwikkelingen die niet zien op de datum van de 18e verjaardag van eiseres. Verder blijkt ook uit het verslag dat een ander behandeltraject mogelijk ingezet gaat worden, namelijk een deeltijddagbehandeling (GGZ-centraal) dat volgens Pluryn beter lijkt aan te sluiten.
De rechtbank ziet geen reden om aan deze nadere toelichting te twijfelen. Het gaat om de prognose zoals die bestond op de 18e verjaardag van eiseres. [2] De omstandigheid dat die prognose achteraf bezien niet geheel is uitgekomen, maakt niet dat de inschatting van de verzekeringsartsarts bezwaar en beroep onjuist is geweest.

Conclusie

13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben voldoende onderbouwd dat op [geboortedatum] 2021 geen sprake was van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het Uwv de aanvraag om een Wajong-uitkering terecht heeft afgewezen vanwege het niet voldoen aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering.
14. De rechtbank merkt hierbij nog wel op dat in het geval blijkt dat de ontwikkelingen volgens eiseres aanleiding geven de verwachtingen omtrent haar toekomstige mogelijkheden tot ontwikkelen van arbeidsvermogen bij te stellen, eiseres een nieuw verzoek kan indienen om alsnog als jonggehandicapte te worden aangemerkt. [3] De wet biedt de mogelijkheid een verzoek in te dienen om alsnog als jonggehandicapte te worden aangemerkt, indien er binnen vijf jaar na de achttiende verjaardag een situatie is ontstaan waarbij de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie duurzaam ontbreken.
15. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van
mr. M.S.D. de Weerd, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Indien u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.bijvoorbeeld CRvB 5 april 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1018 en CRvB 8 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1420
2.CRvB van 13 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4020
3.Artikel 1a:1, tweede lid, van de Wajong biedt die mogelijkheid. Zie ook CRvB van 8 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1420