In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 26 augustus 2022, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiser had zijn beroep te laat ingediend, namelijk op 7 mei 2022, terwijl de termijn voor indiening op 6 mei 2022 afliep. De rechtbank oordeelt dat de reden die eiser aanvoert voor de te late indiening, namelijk dat hij niet tijdig contact kon krijgen met de arbo-arts en een medewerkster van verweerder, geen geldige reden is. De rechtbank wijst erop dat eiser ook de mogelijkheid had om een pro-forma beroepschrift in te dienen om later zijn argumenten aan te vullen. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank kan de zaak niet inhoudelijk behandelen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen recht op proceskostenvergoeding.