Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein, die zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen ongegrond heeft verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiser op 23 februari 2022 zijn voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats in Nieuwegein. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een onbekende medewerker van Coöperatie ParkeerService U.A., die niet bevoegd was om deze beslissing te nemen. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de heffingsambtenaar onderzocht en geconcludeerd dat de directeur van Coöperatie ParkeerService U.A. weliswaar bevoegd was, maar dat de uitspraak op bezwaar niet door of namens deze directeur was gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing op bezwaar niet rechtsgeldig was.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de bevindingen van de rechtbank. Het beroep van eiser is gegrond verklaard, en de rechtbank heeft bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden. Er is geen vergoeding van proceskosten toegekend.