30. Gelet op het vertrouwelijke karakter van de schikkingsonderhandelingen en de uitkomsten ervan heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat de betrokkenen door openbaarmaking ervan onevenredig zouden worden benadeeld. De schikkingsbedragen en overige (uitvoerings)afspraken zijn het resultaat van de onderhandelingen waarbij de betrokken partijen hebben beoogd het resultaat niet te openbaren. Hiermee is aannemelijk (en zonneklaar) dat niet artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e en b, van de Wob, maar artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob de juiste weigeringsgrond is nu het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daarin genoemde belang. De rechtbank zal de rechtsgevolgen van dit vernietigde onderdeel van het besluit daarom in stand laten.
Heeft verweerder memo’s, voorstellen en adviezen mogen weigeren openbaar te maken?
31. Verweerder heeft de documenten 5, 5.1, 5.2, 5.3, 7, 23, 26, 43, 45, 46, 48, 59, 63, 65 en 69 onder andere geweigerd openbaar te maken met toepassing van de weigeringsgrond van artikel 11, eerste lid, van de Wob, omdat deze documenten zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad en de met toepassing van artikel 11, eerste lid, van de Wob geweigerde passages persoonlijke beleidsopvattingen bevatten.
32. De rechtbank stelt vast dat de documenten 65 en 69 nagenoeg gelijk zijn. Daarom overweegt de rechtbank alleen over document 69, dat één pagina meer bevat, namelijk een afsprakenlijst. Het document is op de inventarislijst aangeduid als ‘raadsbesluit/afsprakenlijst’ van 23 januari 2020. Verweerder heeft dit document integraal geweigerd en naast artikel 11, eerste lid, van de Wob ook nog de weigeringsgronden van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, e en g, van de Wob genoemd.
33. De rechtbank ziet echter zonder nadere motivering niet in waarom de gehele afsprakenlijst onder een weigeringsgrond valt, nadat de gemeenteraad de geheimhouding van dat wat is besproken en de bijlagen heeft opgeheven. De namen van de personen zijn veelal fractieleden en wethouders, van wie bekend is dat ze destijds in de gemeenteraad waren gekozen of deel uitmaakten van het college. Ook op de weigering van de agenda acht de rechtbank zonder nadere toelichting geen van de genoemde weigeringsgronden zonder meer toepasbaar. Dit geldt ook voor pagina 12, wellicht met uitzondering van de in dit raadsbesluit genoemde geldbedrag. Ook op dit onderdeel slaagt het beroep van eisers.
34. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de overige (delen van de) documenten mogen weigeren met toepassing van artikel 11, eerste lid, van de Wob. Het betreffen (inhoudelijk) memo’s, voorstellen en adviezen waarin de situaties van de verschillende betrokkenen worden vergeleken, met inbegrip van de bedragen die over en weer genoemd en besproken worden. De stukken zijn onmiskenbaar opgesteld ten behoeve van intern beraad en ze bevatten persoonlijke beleidsopvattingen. Voor zover de documenten feiten bevatten, zijn deze zodanig verweven met deze opvattingen, dat afzonderlijke openbaarmaking niet mogelijk is. Ook is in enkele van deze documenten een algemene toelichting over de ontstaansgeschiedenis opgenomen die al openbaar is. Alleen al daarom hoefde verweerder ook die inleidende onderdelen niet openbaar te maken, met uitzondering van het hieronder genoemde deel van document 69.
35. Omdat de rechtbank van oordeel is dat artikel 11, eerste lid, van de Wob op juiste wijze is toegepast, behoeven de overige weigeringsgronden die verweerder ten aanzien van deze documenten heeft genoemd, geen bespreking meer.
Heeft verweerder de overige documenten mogen weigeren openbaar te maken?
36. Eisers hebben expliciet gemaakt naar welke documenten hun interesse het meest uitging. Hierna beoordeelt de rechtbank de met algemene beroepsgronden betwiste weigering van de overige documenten.
37. Zij komt tot de conclusie dat verweerder op de documenten 2, 17, 18, 27, 32, 38, 39, 40, 51, 52, 56, 67, 70 en 71 de weigeringsgrond van artikel 11, eerste lid, van de Wob heeft mogen toepassen, omdat het gaat om documenten die zijn opgesteld voor intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. Eventuele feitelijke informatie is nauw verweven met die persoonlijke beleidsopvattingen en daarom kan ook die informatie niet (gedeeltelijk) openbaar worden gemaakt.
38. Wat betreft de documenten 10, 15, 49 en 50 is de rechtbank tot slot van oordeel dat verweerder deze documenten of gedeelten daarvan heeft mogen weigeren onder toepassing van de weigeringsgrond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob, omdat deze documenten gegevens bevatten die de persoonlijke levenssfeer raken.