Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.Waar het in deze zaak over gaat
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
747,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de stichting Mitros een kort geding aangespannen tegen een huurder, [gedaagde], met als doel de ontruiming van de huurwoning. De aanleiding voor de vordering was de ontdekking van een handelshoeveelheid wapens in de woning van [gedaagde], wat leidde tot een burgemeestersluiting van de woning. Mitros heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW, omdat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verbleef. De kantonrechter heeft op 2 september 2022 uitspraak gedaan in deze zaak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Mitros vorderde de ontruiming van de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, terwijl [gedaagde] betoogde dat ontbinding van de huurovereenkomst onaanvaardbaar zou zijn, gezien zijn persoonlijke omstandigheden en het belang van zijn kinderen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Mitros een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de ernstige verstoring van de openbare orde door de aangetroffen wapens.
De kantonrechter oordeelde dat de belangen van [gedaagde] niet opwogen tegen de belangen van Mitros en dat de ontruiming gerechtvaardigd was. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de voorwaarde dat dit pas kan plaatsvinden na opheffing van de burgemeesterssluiting. [gedaagde] werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat een eventueel hoger beroep het vonnis niet opschort.