ECLI:NL:RBMNE:2022:3797

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
UTR 22/2131
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van wapenverlof wegens relationele problemen en de beoordeling van de objectiviteit van verklaringen

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn wapenverlof door de korpschef van de Nationale Politie. Eiser had op 1 maart 2021 een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens gekregen, maar dit werd op 2 september 2021 ingetrokken vanwege zorgen over zijn relatie met zijn ex-partner. De minister van Justitie en Veiligheid handhaafde deze intrekking, verwijzend naar een mutatierapport waarin problemen tussen eiser en zijn ex-partner werden beschreven, waaronder beschuldigingen van mishandeling. Eiser betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat hij niet de boosdoener was in de situatie. De rechtbank oordeelde dat de minister te veel waarde had gehecht aan de verklaring van de ex-partner, die niet als objectieve informatie kon worden beschouwd. Ondanks dit motiveringsgebrek, concludeerde de rechtbank dat er nog steeds voldoende redenen waren voor de minister om te twijfelen aan de geschiktheid van eiser om wapens te bezitten, gezien de aanhoudende relationele problemen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de minister, maar liet de rechtsgevolgen in stand, waardoor de intrekking van het wapenverlof bleef bestaan. Eiser kreeg zijn griffierecht vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2131

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2022 in de zaak tussen

[eiser] , eiser

en

De Minister van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: mr. E. Spekreijse en mr. A.L. de Gier).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn wapenverlof.
2. Eiser heeft op 1 maart 2021 een verlof tot het voorhanden hebben van (vuur)wapens gekregen, geldig tot en met 28 februari 2022. Dit verlof heeft hij gekregen voor het uitoefenen van de schietsport.
3. Op 2 september 2021 heeft de korpschef van de Nationale Politie (hierna de korpschef) het verlof ingetrokken op grond van de Wet wapens en munitie (hierna Wwm). [1] Op 8 september 2021 heeft de korpschef het besluit aanvullend gemotiveerd.
4. Met het bestreden besluit van 20 april 2022 op het administratief beroep van eiser is verweerder (hierna de minister) bij dat besluit gebleven.
5. De rechtbank heeft het beroep op 6 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigden van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

Waarom vindt de minister dat het wapenverlof van eiser ingetrokken moest worden?
6. Volgens de minister zijn er aanwijzingen dat aan eiser niet langer wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd. Dat komt omdat er tussen eiser en zijn ex-partner (hierna de ex-partner) relatieproblemen spelen. De minister verwijst hiervoor naar een mutatierapport dat de politie heeft opgemaakt. In dat rapport staat dat de politie op 1 september 2021 zowel met eiser als zijn ex-partner heeft gebeld, omdat er gedoe is over het ophalen van spullen en de kat. Daarnaast staat er een melding in van de ex-partner van 31 augustus 2021. In die melding vertelt de ex-partner over problemen die zij met eiser heeft, zoals dat hij dominant en manipulatief is en dat er een spoedprocedure voor gezag loopt over hun minderjarige zoon. Ook vertelt de ex-partner dat eiser haar in april 2021 bij de keel heeft gegrepen. Die mishandeling is volgens de minister niet door eiser betwist. Daarnaast heeft eiser zelf verklaard dat er problemen zijn tussen hem en de stiefvader van de ex-partner (hierna de stiefvader), en dat de stiefvader hem heeft bedreigd. De slechte relatie tussen eiser, de ex-partner en de stiefvader kunnen mogelijk ernstige gevolgen met zich brengen. Volgens de minister zijn de problemen nog te recent om te zeggen dat zich geen conflict meer zal voordoen. Hierbij is ook van belang dat eiser en zijn ex-partner samen een zoon hebben en dat zij daarom in elkaars leven zullen blijven.
Waarom is eiser het niet eens met de intrekking van zijn wapenverlof?
7. Eiser vindt dat hem nog wel wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd. Hij vindt niet dat de aard van de relatie tussen hem en zijn ex-partner een reden is om zijn wapenverlof in te trekken. De verklaring van zijn ex-partner klopt niet. Eiser heeft haar niet mishandeld. Hij heeft haar weleens bij de keel gepakt, maar dat was alleen omdat zij dat prettig vond. Dat heeft zij zelf ook gezegd, zoals blijkt uit appberichten. Daarnaast voert eiser aan dat hij niet de boosdoener is in deze situatie. De stiefvader heeft een keer dreigende woorden naar hem uitgesproken, maar eiser heeft zich daarna rustig gehouden zodat de situatie niet zou escaleren. Verder wijst eiser er op dat hij en zijn ex-partner elkaar nog regelmatig zien en dat dit goed gaat. Hij is wel nog bezig om gezag en co-ouderschap voor hun zoon te krijgen.
Hoe wordt de intrekking van een wapenverlof beoordeeld?
8. Een wapenverlof kan onder andere worden ingetrokken als er aanwijzingen zijn dat aan de houder daarvan niet langer wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd. [2] De minister heeft in zijn beleidsregels uitgelegd in welke situaties hiervan sprake is. [3] Dit kan onder andere het geval zijn als iemand onder sterke psychische druk staat. Eén van de aanwijzingen dat iemand onder sterke psychische druk staat is als iemand problemen heeft in de relationele sfeer. [4]
9. Als de minister geringe twijfel heeft over of aan iemand wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd, dan is dat al genoeg om het wapenverlof in te trekken. Dat komt omdat het gebruik van wapens gevaarlijk kan zijn. Om de samenleving te beschermen wil de minister daarom zo min mogelijk risico lopen. Wel moet de twijfel die de minister heeft aan iemands geschiktheid om een wapen te bezitten objectief toetsbaar zijn. [5]
Wat vindt de rechtbank van de verklaringen van eiser en zijn ex-partner?
10. De rechtbank vindt dat de minister in het bestreden besluit teveel waarde heeft gehecht aan de verklaring van de ex-partner. Deze verklaring is namelijk niet aan te merken als objectieve informatie. Dat de verklaring in een mutatierapport van de politie is opgenomen, maakt dat niet anders. Het klopt weliswaar dat de minister in beginsel van een mutatierapport mag uitgaan, maar dat betekent niet dat de minister ook van de juistheid van de melding van de ex-partner mag uitgaan. Dit uitgangspunt betekent namelijk alleen dat de minister er van op aan kan dat de ex-partner dit daadwerkelijk heeft verklaard, niet dat wát zij heeft verklaard ook juist is.
11. Daar komt bij dat eiser – in tegenstelling tot wat de minister zegt – de melding van zijn ex-partner over mishandeling wel heeft betwist. Eiser heeft tijdens de hoorzitting in de procedure van het administratief beroep namelijk gezegd dat zijn ex-partner een valse melding heeft gedaan. Daarnaast heeft ook de korpschef het er in het verweerschrift naar aanleiding van het administratief beroep over dat de melding volgens eiser onjuist is. Het is dan dus ook niet zo dat er sprake is van een onweersproken melding van mishandeling. Ook betekent dit dat de rechtbank niet de stelling van de minister volgt dat de appberichten die eiser in beroep heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn standpunt dat de melding van zijn ex-partner onjuist is, niet in de beoordeling kunnen worden meegenomen. Die appberichten vormen een nadere onderbouwing van een eerder door eiser ingenomen standpunt.
12. Gelet op het bovenstaande stelt de rechtbank dus vast dat er sprake is van een niet-objectieve verklaring over mishandeling die bovendien door eiser gemotiveerd is weersproken. Daarom vindt de rechtbank dat de minister teveel waarde aan die verklaring heeft gehecht in het bestreden besluit. Dit betekent dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek kent. De rechtbank verklaart het beroep om die reden gegrond en vernietigt het besluit.
Kan de conclusie van de minister dat er sprake was van geringe twijfel of aan eiser wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd, desondanks standhouden?
13. Dat het bestreden besluit een gebrek kent en wordt vernietigd, betekent niet automatisch dat eiser gelijk krijgt en dat de minister zijn wapenverlof niet had mogen intrekken. De rechtbank moet namelijk ook beoordelen of de minister – ondanks dat geconstateerde gebrek – wel terecht heeft geconcludeerd dat er geringe twijfel is of aan eiser wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd. De rechtbank vindt dat de minister inderdaad terecht tot die conclusie is gekomen. Hoewel het standpunt van de minister mager(der) is geworden doordat er minder waarde mag worden gehecht aan de verklaring van de ex-partner van eiser, vindt de rechtbank het toch alles bij elkaar wel voldoende aangezien het om
geringetwijfel gaat. De rechtbank zal dat hieronder uitleggen.
14. De rechtbank leidt uit de stukken af dat de relatie tussen eiser en zijn ex-partner niet goed is. Dat geldt voor het moment dat het wapenverlof werd ingetrokken, het moment dat het bestreden besluit werd genomen en het moment van de zitting tijdens dit beroep. Dat de relatie niet goed is/was blijkt uit het vijandige Whatsappcontact dat eiser en zijn ex-partner hebben gehad toen de ex-partner bij de politie was. Daarnaast blijkt het uit het feit dat de ex-partner een melding van mishandeling bij de politie heeft gedaan. Ook als de ex-partner een valse melding heeft gedaan, kan hieruit namelijk worden afgeleid dat de relatie tussen eiser en zijn ex-partner niet lekker loopt. Verder volgt uit de verklaringen van eiser op de hoorzitting en op de zitting in beroep dat hij en zijn ex-partner het niet eens zijn over de omgang van eiser met zijn zoon. Eiser wil namelijk het gezag en co-ouderschap, terwijl zijn ex-partner dat niet wil. Ook heeft eiser tijdens de hoorzitting en op zitting bevestigd dat hij een conflict had/heeft met de stiefvader. De stiefvader heeft hem namelijk bedreigd. De minister heeft terecht aangenomen dat deze moeilijke situaties met de ex-partner en de stiefvader voor spanningen kunnen zorgen.
15. Op het moment dat het wapenverlof door de korpschef werd ingetrokken was de relatie net ongeveer een week uit, waardoor de spanningen nog actueel waren. Dat de relatie op het moment dat de minister het besluit nam al vijf maanden uit was betekent niet dat de minister de intrekking toen ongedaan had moeten maken. Eiser en zijn ex-partner hebben namelijk een kind samen en op de hoorzitting heeft eiser verklaard dat zijn ex-partner hun zoon bij hem weghield en dat er daarom ook een bemiddelingstraject zou worden gestart. De moeilijke situatie was daarom op het moment van het besluit nog niet over. [6] Alle zojuist omschreven omstandigheden over de moeizame relatie tussen eiser, de ex-partner en de stiefvader samen genomen vindt de rechtbank het voldoende om te zeggen dat er geringe twijfel is of aan eiser wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd.
16. Dat eiser zoals hij zelf zegt niet de boosdoener is in deze situatie betekent niet dat er geen geringe twijfel kan zijn. Het is goed dat eiser zegt zelf niet agressief te zijn en dat hij wil voorkomen dat dingen escaleren. Maar bij de beoordeling of aan iemand een wapen kan worden toevertrouwd wordt niet alleen rekening gehouden met omstandigheden die iemand zelf in de hand heeft, maar ook met omstandigheden waar iemand misschien niets aan kan doen, maar waarin diegene zich bevindt. Dat komt omdat ook omstandigheden waar iemand niets aan kan doen invloed kunnen hebben op de grootte van het risico dat het wapen in een onwenselijke situatie wordt gebruikt.
Had de minister de belangenafweging in het voordeel van eiser moeten laten uitvallen?
17. Eiser voert verder aan dat de minister de belangenafweging in zijn voordeel had moeten laten uitvallen. De schietsport is voor hem een belangrijke hobby die hij meestal met zijn vader uitoefent. Hij neemt deel aan schietwedstrijden op hoog niveau. Vanwege de duur van de gehele procedure is hij inmiddels uit zijn team gezet en zal hij straks veel moeten trainen om weer op zijn oude niveau deel te nemen (als dat al kan). Daarnaast wijst eiser er op dat het wapenverlof van zijn vader eerder ook is ingetrokken vanwege een conflict, maar dat zijn vader het wapen al binnen een half jaar heeft teruggekregen.
18. De rechtbank is van oordeel dat de minister de belangenafweging niet in het voordeel van eiser heeft hoeven laten uitvallen. De rechtbank begrijpt goed dat het vervelend voor eiser is dat hij zijn hobby op dit moment niet meer kan uitoefenen, en dat hij er belang bij heeft dat zijn verlof niet wordt ingetrokken. Aan de andere kant staat echter het algemeen belang tot bescherming van de veiligheid van de samenleving. Dit belang weegt zwaar. De minister heeft het belang van de samenleving dan ook zwaarder mogen laten wegen dan de persoonlijke belangen van eiser. Bovendien zou een waarschuwing hier niet passend zijn geweest, omdat er sprake was van een conflict tussen eiser en zijn ex-partner.
19. Dat de vader van eiser in een andere situatie zijn wapen binnen een half jaar heeft teruggekregen betekent ook niet dat de minister de intrekking ongedaan had moeten maken. De rechtbank heeft onvoldoende informatie over die zaak om vast te stellen dat sprake is van vergelijkbare omstandigheden. En als geen sprake is van vergelijkbare omstandigheden, dan hoeft de uitkomst in die zaak geen invloed te hebben op de uitkomst in de zaak van eiser. Bovendien staat het eiser vrij om een nieuwe aanvraag voor wapenverlof in te dienen. Dat staat los van de vraag of de minister het wapenverlof ingetrokken mocht houden.

Conclusie en gevolgen

20. Eiser krijgt geen gelijk. De intrekking van het wapenverlof blijft in stand.
21. De rechtbank is wel van oordeel dat de minister bepaalde onderdelen in het besluit niet goed heeft gemotiveerd. De minister heeft namelijk te veel waarde gehecht aan het mutatierapport van de politie en daarbij ten onrechte opgeschreven dat eiser de melding van zijn ex-partner over mishandeling niet zou hebben betwist. Om die reden is het beroep gegrond en wordt het besluit vernietigd. Eiser krijgt daarom ook zijn griffierecht vergoed. Maar omdat de minister ook zonder die punten tot de conclusie mocht komen dat er geringe twijfel was of aan eiser wapens en munitie kunnen worden toevertrouwd, laat de rechtbank de rechtsgevolgen van het besluit in stand. [7] Dat betekent dat het wapenverlof van eiser nog steeds is ingetrokken.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
  • bepaalt dat de minister het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 september 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 7, tweede lid, aanhef, onder c en d van de Wwm.
2.Artikel 7, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wwm.
3.Paragraaf B.1 van de Circulaire wapens en munitie 2019 (hierna Circulaire). De minister heeft in deze beleidsregels uitgelegd wanneer er vrees is voor misbruik van het verlof. Volgens de minister zijn er in deze situaties ook aanwijzingen dat aan de houder het onder zich hebben van wapens en munitie niet langer kunnen worden toevertrouwd.
4.Paragraaf B.1.2 van de Circulaire.
5.Zie bijvoorbeeld Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 16 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:3001).
6.Op dit punt verschilt deze zaak met de zaak in de uitspraak van de ABRvS 26 april 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1214). In die zaak was de relatie ten tijde van het bestreden besluit 8 maanden daarvoor beëindigd, en had de minister niet gemotiveerd waarom de eerdere problemen nog steeds maakten dat het wapenverlof moest worden ingetrokken. In de zaak van eiser heeft de minister wel in het besluit duidelijk gemaakt dat er nog steeds problemen zijn.
7.Op grond van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a van de Algemene wet bestuursrecht.