In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 juli 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, die niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om een integrale herbeoordeling. Eiseres heeft op 2 maart 2022 een ingebrekestelling gestuurd, die op 9 maart 2022 door de Belastingdienst is ontvangen. Eiseres heeft op 10 mei 2022 beroep ingesteld, na het verstrijken van de beslistermijn. De rechtbank constateert dat de Belastingdienst te laat is met het nemen van een beslissing en dat er een dwangsom moet worden betaald voor elke dag dat het bestuursorgaan in gebreke is. De rechtbank stelt de dwangsom vast op het maximale bedrag van € 1.442,- en bepaalt dat de Belastingdienst binnen twaalf weken na de datum van het verweerschrift een besluit moet nemen. De rechtbank wijst erop dat de wettelijke beslistermijn van twee weken in dit geval te kort is, gezien het grote aantal aanvragen en de complexiteit van de herbeoordelingen. Eiseres heeft emotionele schade ondervonden door de lange wachttijd, maar de rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst een langere termijn nodig heeft. De rechtbank verleent de Belastingdienst een termijn van twaalf weken om een beslissing bekend te maken, met de mogelijkheid om daarvan af te wijken in bijzondere gevallen. Daarnaast wordt de Belastingdienst veroordeeld tot betaling van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 379,50 en het griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan eiseres worden betaald.