In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 28 juli 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, die niet tijdig heeft beslist op haar verzoek tot integrale herbeoordeling. Eiseres had een ingebrekestelling gestuurd, maar de Belastingdienst heeft de beslissing te laat genomen. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst een dwangsom moet betalen voor elke dag dat de beslissing uitblijft, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,- en bepaalt dat de Belastingdienst binnen twaalf weken na de uitspraak een beslissing moet nemen, met een uiterste datum van 26 september 2022. De rechtbank erkent de vertraging door het grote aantal aanvragen, maar vindt de termijn van twee weken voor de Belastingdienst te kort. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 379,50 en het griffierecht van € 50,- moet ook door de Belastingdienst aan eiseres worden betaald. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de niet-tijdige beslissing van de Belastingdienst.