ECLI:NL:RBMNE:2022:3875
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woonurgentie op financiële gronden door gemeente Stichtse Vecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om woonurgentie voor een sociale huurwoning op financiële gronden. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht afgewezen met het besluit van 10 augustus 2021, en deze afwijzing werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 11 januari 2022. Eiseres, die sinds 1 september 2019 een zelfstandige huurwoning huurt, heeft financiële problemen ondervonden na het beëindigen van haar relatie en het overlijden van haar moeder, die haar financieel ondersteunde. De rechtbank heeft het beroep op 8 juni 2022 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank oordeelt dat verweerder de aanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de noodsituatie is ontstaan buiten haar eigen schuld en niet was te voorzien. Eiseres had bij het aangaan van de huurovereenkomst moeten beseffen dat de huurprijs in geen verhouding stond tot haar inkomen. De rechtbank concludeert dat de situatie waarin eiseres zich bevindt, voortvloeit uit eigen keuzes en omstandigheden die zij had kunnen voorzien. Eiseres heeft ook een beroep gedaan op de hardheidsclausule, maar de rechtbank oordeelt dat haar situatie niet zodanig schrijnend is dat zij voorrang zou moeten krijgen boven andere woningzoekenden.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres niet in aanmerking komt voor een urgentieverklaring. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, en is openbaar uitgesproken op 9 september 2022.