In de strafzaak tegen [verdachte], geboren in 2003, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2022 uitspraak gedaan. De zaak betreft een vermeende overval op een winkel in Vleuten op 8 februari 2022, waarbij [verdachte] samen met anderen circa 37 mobiele telefoons zou hebben gestolen. Daarnaast werd [verdachte] beschuldigd van het voorhanden hebben van een pistool. Tijdens de zittingen op 16 mei, 9 augustus en 26 augustus 2022 heeft de rechtbank de zaak inhoudelijk behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen. De officier van justitie achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, met name voor feit 1, vanwege onvoldoende bewijs.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om [verdachte] te linken aan de overval. De aangetroffen spullen in de tuin van [verdachte] waren niet voldoende om hem te veroordelen. Wel werd bewezen dat [verdachte] een vuurwapen voorhanden had, aangezien dit wapen in zijn tuin werd aangetroffen en zijn DNA daarop was gevonden. De rechtbank heeft [verdachte] vrijgesproken van de diefstal, maar hem wel veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie van twaalf weken voor het voorhanden hebben van het vuurwapen. De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast, gezien de persoonlijke omstandigheden van [verdachte]. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat [verdachte] van de diefstal werd vrijgesproken.