Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
beëindiging lening”.
3.Wat de rechtbank ervan vindt
“Door een vergissing heb ik dit als advocaat niet goed vermeld in de dagvaarding waarvoor excuses. Dit bedrag kan dus van de vordering van [eiseres] worden afgetrokken.”Dat [eiseres] het bedrag van € 9.000,- heeft ontvangen blijkt echter ook al uit de dagvaarding, hierin wordt alleen open gehouden wanneer [eiseres] dit precies heeft ontvangen. Ook blijkt uit de dagvaarding dat de betaling van € 9.000,- reeds op de vordering van [eiseres] in mindering is gebracht. [eiseres] schrijft in alinea 2.3 van de dagvaarding immers dat op het bedrag van € 41.125 € 8.952,- giraal en € 1.000,- contant is afgelost. [eiseres] vervolgt:
“In februari 2021 heeft [eiseres] EUR 9.000 ontvangen van [gedaagde] . In totaal heeft [gedaagde] derhalve maximaal EUR 18.952,- afgelost van de Lening, waardoor [gedaagde] een schuld heeft bij [eiseres] van EUR 22.173,-.”De kantonrechter gaat er vanuit dat de gemachtigde van [eiseres] niet de bedoeling heeft gehad het bedrag van € 9.000,- tweemaal op de vordering van [eiseres] in mindering te brengen. Daarom gaat de kantonrechter er vanuit dat de vordering van [eiseres] nog steeds € 22.173,- bedraagt.
“Ik ook niet. Daarom vroeg ik dat nog. Maar je kan dan nu gelijk die 9000 overmaken?”
“Mijn batterij is leeg maar ik ben nu niet thuis als ik thuis ben dan kan dat ja, maar dan moet het echt klaar zijn.”
“Dan zijn wij klaar. Wil ik het wel vanavond hebben.”
“Overgemaakt”
“Heb het ontvangen”
“Dan zijn wij klaar”zou zien op de vriendschap tussen partijen, deze zou na de betaling op 3 februari 2021 klaar zijn. Dat de rest van de vordering na de betaling van de € 9.000,- kwijtgescholden zou worden is volgens [eiseres] niet afgesproken. Volgens [eiseres] moet finale kwijting expliciet zijn overeengekomen en is dat niet gebeurd.
“(..) dan moet het echt klaar zijn.”en “
Dan zijn wij klaar”doelden op de tussen hen bestaande vriendschap. De vriendschap was volgens [gedaagde] al geruime tijd klaar en partijen doelden hiermee op het beëindigen van de lening.
“Kijk ik weet niet wat er allemaal van waar is van het hele verhaal het enige wat is weet is dat ik het moet betalen, er is dus een contract van € 10000 en je hebt zeg maar € 30000 overgemaakt en volgens [gedaagde (voornaam)] is er al een hoop contant betaald dus ik wil voor stellen om je € 20000 in 1 keer te betalen op het moment dat het huis verkocht is want ik hoor 2 verhalen en ik geloof [gedaagde (voornaam)] wel als ze zegt dat ze dus al duizende euro’s aan je gegeven heeft” [3] Na een aantal berichten met elkaar gewisseld te hebben accepteert [eiseres] dit voorstel: “
Oke, ik ga akkoord met de 20.000 en hierbij is dat dan bindend opgemaakt.” [4] Waarna [A] reageert:
“Maar prima € 20000 op het moment dat mijn huis officieel overgedragen is. Klaar erna” [5]
“Hoi [eiseres (voornaam)] . De datum komt langzaam aan in zicht en wij hebben er nog eens goed naar gekeken. Op basis van rekeningen etc die op jouw adres staan en waar jij het niet over gehad hebt, bieden wij aan om jou 15.000 euro te betalen. Je kunt laten weten of je hiermee akkoord gaat. (…) ” [6] [eiseres] reageert hier op 17 januari 2021 op:
“Maar jullie zakken met 5000 euro voor rekeningen die op mijn adres staan. T enige wat er bij mij is bezorgd is [.] . Dus mijn vraag is dan alleen hoe komen jullie bij 5000? Want dat was geen 5000. Plus dat is berekend in die originele 25.000 eigenlijk al. Waarvan ik was gezakt naar 20.000 na overleg met jullie.” [7] [gedaagde] geeft hierop aan dat het niet mogelijk is om meer dan € 15.000,- te betalen. Ze herhaalt het aanbod om dit bedrag te betalen en schrijft:
“Dit is de manier waarop wij het ook netjes kunnen afronden want meer kunnen wij niet realiseren.” [8] [eiseres] accepteert het voorstel van [gedaagde] om € 15.000,- te betalen waarna [gedaagde] een overeenkomst opstelt en deze ter ondertekening aan [eiseres] toezendt. In deze overeenkomst met datum 18 januari 2021 (hierna: de overeenkomst) staat het volgende:
- In februari 2021, wanneer de verkoopopbrengst van de [adres] te [plaats] wordt uitgekeerd, wordt de geldlening afgelost middels een betaling van 15.000, zegge vijftienduizend euro.
- De betaling wordt gedaan naar rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [eiseres] .
- Na de aflossing van dit geldbedrag, is er geen openstaande schuld meer bij mevrouw [eiseres] .”
“Overmaken of niet? En dan klaar want ben blij dat het februari is en het dan klaar kan zijn!” [10] Op de vraag van [eiseres] wanneer [gedaagde] de € 9.000,- kan overmaken antwoordt [gedaagde] :
“Nu. Maar dan is het klaar hé [eiseres (voornaam)] ?! Over en uit dit gezeik”Het Whatsapp/sms gesprek op 3 februari 2021 eindigt met de berichten die geciteerd zijn in randnummer 3.3.
- In de gewisselde berichten wordt niet gesproken over het eindigen van de vriendschap tussen [eiseres] en [gedaagde] . Op basis van de tussen partijen gevoerde gesprekken kan de kantonrechter dan ook niet concluderen dat partijen met de mededeling dat het “klaar zou zijn” doelden op de tussen hen bestaande vriendschap. Deze lezing wordt bevestigd doordat ook [A] , als tussen [A] en [eiseres] wordt gesproken over betaling van € 20.000,-, aangeeft dat het na betaling klaar is:
- Op basis van de gevoerde gesprekken moet [eiseres] duidelijk zijn geweest dat [gedaagde] er vanuit ging dat partijen onderhandelden over een bedrag als volledige aflossing van de lening. [gedaagde] schrijft op 17 januari immers:
- Op het moment dat partijen spreken over betaling van € 9.000,- schrijft [eiseres] :
- In de omschrijving van de overboeking op 3 februari 2021 staat “