Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
in de vrijwaringmet zaaknummer: 9674584 UC EXPL 22-1000 aw/1370
1.Het verloop van de procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring
- de dagvaarding in de hoofdzaak met 3 producties is op 18 oktober 2021 bij [procesdeelneemster II] bezorgd,
- [procesdeelneemster II] heeft een incident tot oproeping in vrijwaring ingediend,
- [procesdeelneemster I] heeft schriftelijk op dat incident gereageerd,
- bij vonnis in het incident van 26 januari 2022 heeft de kantonrechter toegestaan dat [procesdeelneemster II] [procesdeelnemer III] in vrijwaring laat dagvaarden tegen de roldatum 23 februari 2022 en de hoofdzaak verwezen naar die roldatum voor de conclusie van antwoord in de hoofdzaak,
- [procesdeelneemster II] heeft daarna in de hoofdzaak voor antwoord geconcludeerd en [procesdeelnemer III] in vrijwaring opgeroepen bij dagvaarding van 3 februari 2022. Bij die dagvaarding zijn 7 producties gevoegd,
- [procesdeelnemer III] heeft schriftelijk op de dagvaarding in vrijwaring gereageerd (conclusie van antwoord),
- [procesdeelneemster II] heeft haar eis in vrijwaring gewijzigd bij akte ontvangen op 1 juni 2022,
- [procesdeelneemster I] heeft in de hoofdzaak productie 4 nagezonden,
- de mondelinge behandeling van de hoofdzaak en de vrijwaringszaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden op 11 augustus 2022. Verschenen zijn: mevrouw [procesdeelneemster I] , vergezeld van haar gemachtigde mr. Meeuwsen, mevrouw [procesdeelneemster II] , vergezeld van haar gemachtigde mr. Boogaard. De heer [procesdeelnemer III] heeft de zitting bijgewoond via Teams, wegens verblijf in het buitenland. Zijn gemachtigde mr. Sala is fysiek ter zitting aanwezig geweest. Van wat er ter zitting is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. [procesdeelneemster II] heeft bevestigd dat haar verklaringen ter zitting kunnen worden geacht te zijn gedaan zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat er zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaring vonnis zal worden gewezen op 7 september 2022.
2.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaring
bedoeld is: Nationale autopas, toevoeging kantonrechter) waarop hij heeft gereageerd met: “Ja”. Tijdens de bezichtiging heeft [procesdeelneemster II] van [procesdeelnemer III] een RDW voertuigrapport van de auto ontvangen, waarop als laatst geregistreerde tellerstand is vermeld: 134.862, met als registratiedatum 05-10-2020. Die kilometerstand is volgens dat rapport door de RDW als “logisch” aangemerkt.
3.De vorderingen en het verweer in de hoofdzaak
4.De vorderingen en het verweer in vrijwaring
5.De beoordeling in de hoofdzaak
Non-conformiteit
6.De beoordeling in de vrijwaring
7.De beslissing
,te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening, en te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;
,te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening, en te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;