In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 12 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 19 maart 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twaalf weken heeft beslist. Eiseres heeft verweerder op 12 maart 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen een termijn van tien weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 379,50, en het griffierecht van € 50,- moet aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.