ECLI:NL:RBMNE:2022:4369
Rechtbank Midden-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake compensatie kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 13 oktober 2022, wordt het beroep behandeld van de bewindvoerder van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen. De bewindvoerder stelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op het bezwaar dat op 8 november 2021 is ingediend tegen een besluit van 30 april 2021, waarin de aanvraag voor een compensatie van € 30.000,- voor kinderopvangtoeslag werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twaalf weken heeft beslist en dat het bezwaar van eiseres ontvankelijk is, ondanks het standpunt van de Belastingdienst dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk zou zijn vanwege het ontbreken van gronden.
De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst in het bestreden besluit niet duidelijk heeft gemaakt welke opties van toepassing zijn op de situatie van eiseres, wat in strijd is met het motiveringsbeginsel. Eiseres heeft ook recht op een afschrift van de stukken, die zij nog niet heeft ontvangen. De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst in gebreke is gebleven en dat het beroep gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om binnen tien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens wordt de Belastingdienst veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het griffierecht van € 50,- moet worden vergoed.