ECLI:NL:RBMNE:2022:4428
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Eiseres had in een eerder besluit van 6 mei 2021 te horen gekregen dat zij met ingang van 20 januari 2021 recht had op een uitkering op basis van de Wet WIA, met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 52,64%. Na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 75,89%, maar eiseres was het hier niet mee eens en stelde beroep in.
Tijdens de zitting op 24 juni 2022, die via MS Teams plaatsvond, heeft de rechtbank de argumenten van eiseres en het Uwv gehoord. Eiseres betoogde dat de medische beoordeling niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van eiseres correct had vastgesteld op basis van rapporten van verzekeringsartsen, die aan de vereiste zorgvuldigheid voldeden. Eiseres had geen overtuigende medische informatie overgelegd die haar standpunt onderbouwde.
De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van eiseres niet slaagden. De rechtbank oordeelde dat de medische en arbeidskundige beoordelingen van het Uwv juist waren en dat de geduide functie van machinaal metaalbewerker passend was voor eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.