ECLI:NL:RBMNE:2022:4490

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
10143877
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wijziging tenaamstelling van een leasebus in kort geding

In deze zaak heeft BMW Financial Services Nederland B.V., handelend onder de naam Alphera Financial Services, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft het bevelen van de gedaagde om de tenaamstelling van een Mercedes-Benz Sprinter, die onder een financial leaseovereenkomst valt, te wijzigen. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 28 oktober 2022, waarbij de gedaagde niet aanwezig was. Op 11 november 2022 heeft de kantonrechter vonnis gewezen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagde heeft op 23 juli 2020 een leaseovereenkomst gesloten met BMW voor een Mercedes-Benz Sprinter. Na het niet betalen van de leasetermijnen heeft BMW aangifte gedaan van verduistering en de bus is in mei 2022 door de politie teruggegeven aan BMW. Ondanks dat de gedaagde het openstaande saldo heeft voldaan en de bus heeft opgehaald, heeft hij nagelaten de tenaamstelling op zijn naam te zetten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat BMW facturen voor wegenbelasting en verkeersboetes ontvangt die niet voor hen bestemd zijn. De vordering van BMW is toegewezen, waarbij de gedaagde wordt bevolen om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de tenaamstelling te wijzigen, op straffe van een dwangsom van € 100 per dag tot een maximum van € 10.000. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 791,71.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10143877 UV EXPL 22-225 JPd/45024
Kort geding verstekvonnis van 11 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap
BMW Financial Services Nederland B.V., handelend onder de naam Alphera Financial Services,
gevestigd in Rijswijk,
hierna te noemen: BMW,
eisende partij,
gemachtigde: W.R. Jongejan,
tegen:
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 7 producties,
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2022, waarop [gedaagde] niet is verschenen.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald op 11 november 2022.

2.Feiten en het geschil

2.1.
BMW en [gedaagde] hebben op 23 juli 2020 een financial leaseovereenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] een Mercedes-Benz Sprinter 310 2.2 CDI 325 met kenteken [kenteken] leaset van BMW (hierna: de bus). Bij einde van de overeenkomst en betaling van de leasetermijnen van elk € 398,30 wordt [gedaagde] eigenaar van de bus. Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing.
2.2.
BMW heeft [gedaagde] op 11 augustus 2021 aangemaand om de achterstand aan maandelijkse termijnen te betalen. [gedaagde] heeft de termijnen niet betaald waarna BMW aangifte heeft gedaan van verduistering van de bus. De politie heeft de bus in mei 2022 getraceerd en afgegeven aan BMW. Vervolgens heeft [.] de bus op 23 mei 2022 getaxeerd.
2.3.
[gedaagde] heeft daarna aangeboden het openstaande saldo alsnog te voldoen. BMW heeft dat aanvaard waarna [gedaagde] het saldo van € 2.376,95 heeft betaald en hij heeft de bus opgehaald. BMW heeft toen de tenaamstellingscode aan [gedaagde] gestuurd en dat op 12 juli 2022 nogmaals gedaan. [gedaagde] heeft de bus niet op zijn naam gezet.

3.De vordering

3.1.
BMW vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te bevelen de tenaamstelling van de Mercedes-Benz Sprinter 310 2.2 CDI 325 met kenteken [kenteken] zodanig te wijzigen dat deze niet meer op naam van BMW staat, op straffe van een dwangsom van € 250 per dag met een maximum van € 20.000 en betaling van de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] is niet in dit geding verschenen.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] niet is verschenen. De kantonrechter stelt verder vast dat bij de dagvaarding de voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen. Omdat [gedaagde] - ondanks dat hij hiervoor deugdelijk is opgeroepen - niet ter zitting is verschenen, verleent de kantonrechter verstek. Dit betekent dat de vordering van BMW zal worden toegewezen, tenzij deze de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
4.2.
Voorop wordt gesteld dat in deze zaak sprake is van een kort geding. In een dergelijke procedure moet eerst beoordeeld worden of BMW een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. BMW heeft gesteld dat zij facturen voor wegenbelasting en bekeuringen/verkeersboetes van de bus ontvangt omdat [gedaagde] de bus niet op zijn naam heeft gezet. Die facturen en bekeuringen moet [gedaagde] betalen en niet BMW. Het spoedeisend belang is daarmee gegeven.
4.3.
De vorderingen van BMW komen de kantonrechter niet onrechtmatig, dan wel ongegrond voor, met inachtneming van het volgende. BMW heeft de kantonrechter niet gevraagd zijn vonnis in de plaats te stellen van een akte of om aanwijzing van een vertegenwoordiger gevraagd om de handeling zelf te verrichten. Hierdoor beveelt de kantonrechter [gedaagde] om, conform de vordering, de tenaamstelling zelf te regelen binnen 48 uur nadat de deurwaarder dit vonnis bij hem heeft afgeleverd. Hij moet ook een dwangsom betalen voor elke dag dat hij hiermee te laat is. De gevorderde dwangsom wordt gematigd tot € 100 per dag, met een maximum van € 10.000.
4.4.
De vorderingen van BMW zijn toegewezen. Dit betekent dat [gedaagde] de proceskosten moet betalen. De kosten van BMW worden begroot op:
- dagvaarding € 135,71
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
498,00(1 punten x tarief € 498,00)
Totaal € 761,71

5.De beslissing

De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
5.1.
beveelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de tenaamstelling van de Mercedes-Benz Sprinter 310 2.2 CDI 325 met kenteken [kenteken] zodanig te wijzigen dat deze niet meer op naam van BMW staat;
5.2.
bepaalt dat [gedaagde] aan BMW een dwangsom verbeurt van € 100,- voor iedere dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het onder 5.1. bepaalde te voldoen, tot een maximum van € 10.000,--
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de kant van BMW, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 791,71, waarin begrepen € 498,- aan salaris gemachtigde;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.