In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 22 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 november 2022 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 18 oktober 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de ingebrekestelling op 12 februari 2022 door verweerder is ontvangen op 24 februari 2022 en het beroep is ingesteld op 17 augustus 2022. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om daarvan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast heeft de rechtbank eiseres een vergoeding voor de proceskosten toegekend van € 379,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.