In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 6 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 11 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. De Belastingdienst heeft op 20 oktober 2022 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 17 mei 2022 in gebreke gesteld, en heeft vervolgens op 13 juli 2022 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft de termijn voor het nemen van een besluit vastgesteld op twaalf weken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50 en heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.