In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 11 november 2022, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op zijn aanvraag van 15 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiser had verweerder op 20 juni 2022 in gebreke gesteld, waarna hij op 18 augustus 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen een termijn van twaalf weken, in plaats van de door verweerder gevraagde dertien weken. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 379,50, en moet hij het griffierecht van € 50,- vergoeden. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten een kopie van het dossier aan eiser te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft.