In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 17 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 11 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft de Belastingdienst in gebreke gesteld op 16 juni 2022, waarna zij op 15 augustus 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 10 januari 2023. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.