ECLI:NL:RBMNE:2022:4912

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
C/16/546153 / HA ZA 22-518
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis over de uiting 'Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed' en de aansprakelijkheid van Agractie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 november 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de stichting Dier&Recht en de stichting Agractie Nederland. Dier&Recht, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, vorderde onder andere verklaringen voor recht met betrekking tot de uiting 'Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed'. Agractie, de gedaagde partij, is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd, waardoor de rechtbank de vorderingen van Dier&Recht slechts beperkt heeft getoetst. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uiting van Dier&Recht niet onrechtmatig is en heeft Agractie veroordeeld tot schadevergoeding aan Dier&Recht, waarvan de hoogte nog moet worden vastgesteld. Daarnaast is Agractie verplicht om een rectificatie te plaatsen op haar website en sociale media, waarin zij haar eerdere uitlatingen over Dier&Recht herroept. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval Agractie niet aan de rectificatieverplichting voldoet. De proceskosten zijn voor Agractie, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/546153 / HA ZA 22-518
Vonnis van 23 november 2022
in de zaak van
de stichting
STICHTING DIERENRECHT,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
nader te noemen Dier&Recht,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
tegen
de stichting
STICHTING AGRACTIE NEDERLAND,
gevestigd te Ede,
gedaagde,
nader te noemen Agractie,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 13 september 2022 inclusief 43 producties;
  • het herstelexploot d.d. 7 oktober 2022;
  • de akte vermeerdering van eis d.d. 8 november 2022 met de producties 44 tot en met 48;
  • het tegen Agractie verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Agractie is niet verschenen in deze procedure. Er heeft zich namens haar namelijk geen advocaat gemeld bij de rechtbank om namens Agractie verweer te voeren. Tegen haar is daarom verstek verleend. De rechtbank weet dus niet wat het standpunt van Agractie is in deze zaak. De rechtbank kan daarom niet anders dan ervan uitgaan dat de stellingen van Dier&Recht juist zijn. Een verweer van Agractie is in deze procedure niet naar voren gebracht. De toets van de rechtbank is daarom heel beperkt. De vraag is of – uitgaande van de juistheid van de stellingen van Dier&Recht in de dagvaarding en de akte vermeerdering van eis – de vorderingen van Dier&Recht op voorhand onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Dat is niet het geval. Daarom zal de rechtbank de vorderingen toewijzen, zoals hierna verder uitgewerkt.
2.2.
De gevorderde dwangsom zal de rechtbank ambtshalve beperken en maximeren zoals hierna in 3.9. en 3.10 is bepaald.
2.3.
Agractie zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Dier&Recht worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
563,00(1,0 punt × tarief € 563,00)
Totaal € 1.364,03
2.4.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de beslagkosten
zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
2.5.
In de proceskostenveroordeling ligt een veroordeling tot vergoeding
van de nakosten (aan de hand van de gebruikelijke forfaitaire tarieven) besloten.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat de onder paragraaf 8 van de inleidende dagvaarding bedoelde Uiting van Dier&Recht niet onrechtmatig is jegens Agractie of de melkveehouders die zij stelt te vertegenwoordigen;
3.2.
verklaart voor recht dat de uiting “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed” in relatie tot de uiting dat kalfjes na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, of woorden van gelijke strekking, niet onrechtmatig is jegens Agractie of de melkveehouders die zij stelt te vertegenwoordigen;
3.3.
verklaart voor recht dat de uiting “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed”, in isolatie beschouwd (dus zonder deze te combineren met de uiting dat kalfjes na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald), niet onrechtmatig is jegens Agractie
of de melkveehouders die zij stelt te vertegenwoordigen;
3.4.
verklaart voor recht dat Agractie aansprakelijk is voor de schade van Dier&Recht als gevolg van de tenuitvoerlegging van het vonnis in kort geding van de rechtbank Amsterdam van 23 augustus 2021 en veroordeelt Agractie tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
3.5.
verklaart voor recht dat Agractie aansprakelijk is voor de schade van Dier&Recht als gevolg van de in de vermeerdering van eis van Dier&Recht in paragraaf 1 en 2, genoemde uitingen van Agractie en veroordeelt Agractie tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
3.6.
beveelt Agractie om binnen 48 uur na de datum van de betekening van dit vonnis de navolgende rectificatie te plaatsen bovenaan de homepage van haar website met url [website] .nl, geplaatst in een zwart omrand kader, in lettertype Montserrat, lettergrootte 12, alinea-afstand 0, met de volgende tekst – met invulling van de tussen de vierkante hekjes bedoelde data – en die rectificatie daar ongewijzigd twee weken na de eerste publicatie geplaatst te houden, zonder enige toevoeging en zonder dat op enigerlei wijze afbreuk wordt gedaan aan doel en strekking van de (kenbaarheid) van de rectificatie, ook niet via andere media:

Rectificatie over Dier&Recht en haar “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed”- campagne
Eerder schreven wij dat Dier&Recht zich schuldig heeft gemaakt een laster en zich onrechtmatig heeft gedragen met haar “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed” - posters.
Die uitingen waren echter onjuist en onrechtmatig jegens Dier&Recht, zo heeft ook de rechter van de Rechtbank Midden-Nederland geoordeeld in haar vonnis bij verstek van Agractie in deze procedure van [INVULLEN DATUM VONNIS]. In tegenstelling tot wat wij beweerd hebben, zijn de uitingen van Dier&Recht met de strekking “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed” niet lasterlijk en evenmin onrechtmatig jegens Agractie. Hiermee rectificeren wij onze eerdere uitingen dan ook.
[INVULLEN DATUM PUBLICATIE RECTIFICATIE],
Namens Agractie, [A] ”;
3.7.
beveelt Agractie om binnen 48 uur na de datum van de betekening van dit vonnis de onder 3.6. hiervoor bepaalde rectificatie te plaatsen en geplaatst te houden op haar twitter-account ( [account naam] ) en op haar facebook-account (facebook.com/ [account naam] ) in het daarvoor gangbare, goed leesbare lettertype, corpsgrootte en opmaak (waar mogelijk in lettertype Montserrat, lettergrootte 12, alinea-afstand 0), met de onder 3.6 opgenomen tekst
- met invulling van de datum en plaats - en die rectificatie daar ongewijzigd twee weken na de eerste publicatie geplaatst te houden, zonder enige toevoeging en zonder dat op enigerlei wijze afbreuk wordt gedaan aan doel en strekking van de (kenbaarheid) van de rectificatie, ook niet via andere media;
3.8.
verbiedt Agractie te melden dat de uitlating en/of campagne “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed” en de Posters van Dier&Recht lasterlijk en onrechtmatig waren of zijn;
3.9.
veroordeelt Agractie om aan Dier&Recht een dwangsom te betalen van € 1.000,00
voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet volledig en onverkort voldoet aan het bepaalde onder 3.6, 3.7 of 3.8, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
3.10.
bepaalt dat geen dwangsommen zullen worden verbeurd voor zover dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, in aanmerking genomen de mate waarin aan het vonnis is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding,
3.11.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.364,03, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van de betekening
van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.12.
verklaart de beslissingen onder 3.6 tot en met 3.11 uitvoerbaar bij voorraad,
3.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type:EH