In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 28 november 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst op 20 augustus 2021 het bezwaarschrift heeft ontvangen, maar niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twaalf weken heeft beslist. Eiseres heeft verweerder op 4 mei 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de rechtbank is vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.