Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: de moeder,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord met productie;
- de mondelinge behandeling van 15 november 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 29 november 2022, is een kort geding aanhangig gemaakt door de vader van een minderjarig kind, [minderjarige], geboren op [2017]. De vader vordert dat de moeder haar medewerking verleent aan het vieren van Sinterklaas op 5 december 2022, waarbij hij [minderjarige] na de zwemles ophaalt en hem de nacht laat doorbrengen bij hem. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] en hebben eerder afspraken gemaakt in een ouderschapsplan, waarin is vastgelegd dat [minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder heeft.
De moeder verzet zich tegen de vordering van de vader, omdat zij van mening is dat het te vermoeiend is voor [minderjarige] om op 5 december bij de vader te zijn, gezien de activiteiten die hij die dag al heeft. De voorzieningenrechter oordeelt dat, hoewel de viering van Sinterklaas een relatief klein belang lijkt, het belang van de vader om met zijn samengestelde gezin Sinterklaas te vieren doorslaggevend is. De rechter wijst de vordering van de vader toe en verplicht de moeder om haar medewerking te verlenen aan de omgang op 5 december.
De voorzieningenrechter legt een dwangsom op aan de moeder voor het geval zij niet aan de uitspraak voldoet en compenseert de proceskosten tussen partijen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.