ECLI:NL:RBMNE:2022:4982

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
22/3236
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht en ontbreken van noodzakelijke documenten

In deze zaak heeft eiseres op 27 januari 2022 beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Almere. De rechtbank heeft op 4 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 365,- niet op tijd heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft eiseres op 8 september 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is door eiseres niet afgehaald en is geretourneerd aan de rechtbank. Vervolgens is de brief per gewone post opnieuw verzonden, maar eiseres heeft ook hierop niet gereageerd.

Daarnaast heeft eiseres het beroepschrift niet ondertekend en heeft zij geen kopie van de uitspraak op bezwaar, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om had gevraagd. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegekend. Eiseres zal het te laat betaalde griffierecht terugbetaald krijgen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 november 2022 door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
Zaaknummer: UTR 22/3236

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 27 januari 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet op tijd betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 365,-.
3. Als het griffierecht niet op tijd wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 8 september 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. De aangetekend verzonden brief is door eiseres niet afgehaald en aan de rechtbank geretourneerd. Vervolgens is deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, aan eiseres ter kennisneming per gewone post toegezonden. In deze brief is aangegeven dat de termijn uit de brief van 8 september 2022 niet opnieuw aanvangt.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet op tijd ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. De rechtbank stelt vast dat eiseres ook het beroepschrift niet persoonlijk heeft ondertekend, geen kopie van de uitspraak op bezwaar, geen uittreksel uit het handelsregister en geen kopie van de statuten heeft ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van 12 september 2022. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
8. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
10. Omdat eiseres het griffierecht te laat heeft betaald, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.