In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad, gedateerd 27 mei 2022. De rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, heeft op 8 november 2022 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-. De rechtbank heeft eiser op 18 september 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.