ECLI:NL:RBMNE:2022:5032
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 22 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 16 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 18 oktober 2022 een verweerschrift ontvangen van verweerder, maar de rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 22 februari 2022 in gebreke gesteld, maar pas op 15 augustus 2022 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. Verweerder heeft verzocht om een termijn van minimaal dertien weken om een beslissing te nemen, vanwege de uitzonderlijke situatie waarin veel aanvragen zorgvuldig moeten worden beoordeeld. Eiseres heeft echter verzocht om een termijn van twee weken. De rechtbank heeft besloten dat de voorgeschreven beslistermijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. Daarom heeft de rechtbank verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om een beslissing bekend te maken, met de mogelijkheid om deze termijn te verlengen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden en de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, en is openbaar uitgesproken op 16 november 2022.