Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 3 februari 2022;
- het verstekvonnis van 9 maart 2022;
- de verzetdagvaarding van 6 april 2022;
- de conclusie van antwoord in oppositie;
- het proces-verbaal van de rolzitting van 15 juni 2022, waar de spreeknotities van de gemachtigde van [opposante] aan zijn gehecht.
2.Wat is er in deze zaak gebeurd?
3.De beoordeling
Beëindiging van de overeenkomst kan, door beide partijen, slechts bij aangetekend schrijven geschieden. De opzegtermijn bedraagt in alle gevallen minimaal 6 maanden (…)”. Het vormvoorschrift om de opzegging aangetekend te versturen heeft in het algemeen de bedoeling dat er geen discussie kan ontstaan over of wel of niet is opgezegd. Van dat vormvoorschrift kan op grond van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden afgeweken, wanneer het duidelijk is dat de overeenkomst al (eerder) is opgezegd. Naar het oordeel van de kantonrechter is daar in dit geval geen sprake van. Hierna wordt toegelicht waarom.
(…) Enige tijd geleden al wel uitgebreid besproken, maar hierbij ook even per mail de bevestiging dat ons huurcontract aan de [adres] te [plaats] eindigt. Daarmee komt ook de behoefte aan uw diensten te vervallen, nogmaals dank voor de prettige samenwerking. (…)”. Op grond van artikel 3:37 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) heeft een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring pas werking, wanneer de verklaring de persoon heeft bereikt. Omdat [geopposeerde] betwist dat zij deze e-mail van [opposante] heeft ontvangen, is het aan [opposante] om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen dat zij deze e-mail heeft verzonden en dat [geopposeerde] deze heeft ontvangen. [opposante] stelt dat [geopposeerde] op deze e-mail heeft gereageerd, maar deze reactie van [geopposeerde] heeft [opposante] niet overgelegd. Zij heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat [geopposeerde] de e-mail heeft ontvangen. Als gevolg hiervan zal de kantonrechter aan deze e-mail geen verdere waarde hechten.
(…) Wanneer kunnen we afspreken om de toegangstag in te leveren en jullie spullen op te halen? Onze voorkeur heeft donderdag 30 september rond 14:00uur. (…)”. [geopposeerde] heeft hierop dezelfde dag als volgt gereageerd: “
(…) Mag ik even vragen waar dit over gaat? Ik ben totaal verbaasd over je mail en dat we onze spullen 30 september kunnen ophalen. Moet ik hieruit opmaken dat jullie de overeenkomst met ons willen opzeggen? (…)”, waarop [opposante] het volgende heeft geschreven: “
(…) In juni hebben wij reeds mondeling besproken dat wij per 1 oktober het pand gaan verlaten, omdat het hotel ook hotelkamers gaat realiseren in dit gebouw. Voor mijn vakantie bedacht ik mij dat het ook wel ‘slim’ was om dit nog even per mail te bevestigen, dat heb ik naar [.] @ gestuurd. (…)”.
(…) Wij hebben geen reactie op onze mail noch een opzegging ontvangen. Wij kunnen vanaf donderdag 30-9 niet meer jullie kantoorpand aan de [adres] te [plaats] in. De toegangs tag werkt niet meer. Wat het voor ons onmogelijk maakt ons werk te doen. Tevens staan onze eigendommen nog in het pand. Graag ontvang ik van jou het adres waar jullie naartoe zijn verhuisd. (…)”. Uit deze e-mail blijkt dat [geopposeerde] niet is uitgegaan van een opzegging. [geopposeerde] heeft immers om het nieuwe adres van [opposante] gevraagd zodat zij haar schoonmaakwerkzaamheden in het andere pand kon gaan verrichten. Het was voor [geopposeerde] dus kennelijk niet duidelijk dat [opposante] de overeenkomst had opgezegd. Het lag op de weg van [opposante] om op deze e-mail te reageren en in duidelijke bewoordingen kenbaar te maken dat zij de overeenkomst wilde opzeggen, maar niet is gebleken dat zij dit heeft gedaan.
746,00(2 punten x tarief € 373,00)