Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Wat is er in deze zaak aan de hand?
3.De beoordeling
622,00(2 punten x tarief € 311,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap [eiseres] B.V. de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. gedagvaard wegens huurachterstand. [gedaagde] huurde van [eiseres] een kantoorruimte van 31 december 2019 tot en met 31 juli 2021, maar heeft de huurtermijnen over de periode januari 2021 tot en met juli 2021 niet tijdig betaald. [gedaagde] erkent de huurachterstand van € 6.139,50, maar is het niet eens met de nevenvorderingen, waaronder de proceskosten. De kantonrechter heeft op 10 augustus 2022 vonnis gewezen, waarbij de vorderingen van [eiseres] grotendeels zijn toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] de huurachterstand moet betalen en dat de procedure niet onnodig is gestart, ondanks dat [gedaagde] heeft aangegeven dat het geschil onderling geregeld had kunnen worden. De kantonrechter heeft de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan [eiseres]. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.244,19. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en waarmerkt als Europese executoriale titel voor de hoofdsom van € 6.139,50.