ECLI:NL:RBMNE:2022:5090

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
C/16/547389 / KL ZA 22-259
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een overeenkomst inzake terugkoop van horecabouwwerk in kort geding

In deze zaak heeft Shellter B.V. een kort geding aangespannen tegen Floriade Almere 2022 B.V. naar aanleiding van een overeenkomst die op 5 oktober 2021 is gesloten voor het leveren en plaatsen van horecabouwwerken voor het evenement Floriade 2022. Shellter stelt dat er een terugkoopovereenkomst is voor kavel 8, dat functioneerde als restaurant, voor een bedrag van € 170.000,00. Floriade betwist echter dat er een terugverkoopplicht voor hen bestaat en stelt dat kavel 8 is getaxeerd op € 615.000,00. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor de vordering van Shellter, omdat de kavel inmiddels is afgebroken en opgeslagen, en dat de zaak zich niet leent voor een kort geding. Shellter is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering en is veroordeeld in de proceskosten van Floriade, die zijn begroot op € 1.332,00. Het vonnis is uitgesproken op 6 december 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/547389 / KL ZA 22-259
Vonnis in kort geding van 6 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHELLTER B.V.,
gevestigd te Mol, België,
eiseres,
advocaat mr. W.A. Braams te Waalre
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLORIADE ALMERE 2022 B.V.,
gevestigd te Almere,
gedaagde,
advocaat mr. F.P. Heijne te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Shellter en Floriade genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 9 producties;
  • producties 1 tot en met 17 van Floriade;
  • productie 10 van Shellter.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 november 2022. Hierbij zijn namens Shellter verschenen: de heer [A] en de heer [B] , bijgestaan door mr. W.A. Braams. Namens Floriade zijn verschenen: mevrouw [C] , de heer [D] en de heer [E] , bijgestaan door mr. F.P. Heijne en mr. M.C. van Heezik. Partijen hebben op de mondelinge behandeling hun standpunten nader toegelicht, waarbij de advocaten gebruik hebben gemaakt van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Shellter is een bedrijf dat is gespecialiseerd in circulair bouwen ten behoeve van evenementen, logistiek, engineering en design. Shellter heeft zich als doel gesteld de technische en herbruikbaarheidsgrenzen van hout te verleggen.
2.2.
Floriade is betrokken bij de organisatie, realisatie en exploitatie van het evenement de Floriade 2022, dat van 14 april tot en met 9 oktober 2022 plaatsvond in Almere.
2.3.
Shellter heeft met Floriade op 5 oktober 2021 een overeenkomst gesloten voor het leveren, plaatsen en de consultancy voor drie horecabouwwerken of structuren, voor het evenement Floriade 2022, op grond van de offerte van Shellter van 1 oktober 2021. Shellter voert de overeengekomen werkzaamheden uit samen met ShellterWOOD B.V. Eén van de horecabouwwerken is kavel 8, dat functioneerde als een restaurant. Met betrekking tot kavel 8 staat in de offerte – voor zover relevant – het volgende: “Terugkoop € 170.000,00”.

3.Het geschil

3.1.
Shellter vordert – samengevat – Floriade te gebieden om aan haar leveringsverplichting te voldoen, welke voortvloeit uit de tussen partijen gesloten overeenkomst, door kavel 8 beschikbaar te stellen aan Shellter voor de overeengekomen koopprijs, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Floriade in de proceskosten.
3.2.
Shellter legt aan haar vordering ten grondslag dat partijen overeen zijn gekomen dat kavel 8 na afloop van Floriade 2022 door Shellter (terug)gekocht wordt van Floriade voor € 170.000,00. Dit terugkoopbedrag is bepaald binnen het totale plaatje van de levering van Kavel 8 en een ander paviljoen (kavel 11) en de huur van een Groepsrestaurant (kavel 153). Floriade heeft ondanks sommaties, nagelaten om aan haar verplichting te voldoen.
3.3.
Floriade voert als verweer aan dat partijen weliswaar een terugkoopplicht voor Shellter overeen zijn gekomen, maar geen terug
verkoopplicht voor Floriade. Het staat Floriade vrij om kavel 8 te verkopen aan wie zij wil, uiteraard met inachtneming van wat partijen verder overeen zijn gekomen. Kavel 8 is getaxeerd op een waarde van € 615.000,00. Pas als verkoop aan een derde niet zou lukken biedt zij kavel 8 aan Shellter aan en is Shellter verplicht om kavel 8 voor € 170.000,00 van Floriade te kopen. Voor zover al sprake zou zijn van een eenduidige overeenkomst op grond waarvan Floriade gehouden is de structuur van kavel 8 te verkopen aan Shelter voor een bedrag van € 170.000,00 stuit de vordering van Sheltter af omdat die afspraak dan nietig is wegens strijd met de staatssteunregels.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is vereist dat sprake is van feiten die meebrengen dat sprake is van een spoedeisend belang. Er is sprake van een spoedeisend belang als van Shellter niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een nog te starten bodemprocedure afwacht. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Dat zal hierna worden toegelicht.
4.2.
Shellter had hiertoe in de dagvaarding aangevoerd dat zij op grond van de overeenkomst de kavel voor 1 december 2022 moet demonteren en afvoeren. Op de mondelinge behandeling is evenwel gebleken dat de kavel inmiddels, na overleg met Floriade, door Shellter is afgebroken en dat kavel 8 voorlopig zal worden opgeslagen in de grote kas op het terrein van Floriade.
4.3.
Shellter had daarnaast in de dagvaarding aangevoerd dat zij kavel 8 moet kunnen leveren aan een van de geïnteresseerde huurders en kopers waar zij vervolgafspraken mee had gemaakt. Op de mondelinge behandeling werd echter duidelijk dat deze partijen zijn afgehaakt en er momenteel geen geïnteresseerde partij is voor kavel 8.
4.4.
De stelling van Shellter dat zij snel wil overgaan tot verkoop van kavel 8, zonder een hogere koopprijs aan Floriade te betalen dan de volgens haar overeengekomen € 170.000,00, omdat dit haar “core business” is, brengt ook niet met zich mee dat een nog te starten bodemprocedure niet kan worden afgewacht.
4.5.
Shellter zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen, omdat een spoedeisend belang ontbreekt.
4.6.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter nog dat een inhoudelijke behandeling van deze zaak zich bovendien niet leent voor een kort gedingprocedure, omdat in ieder geval voor het oordeel over de uitleg van de overeenkomst (met de zogenoemde Haviltexnorm) tussen partijen mogelijk nadere bewijsvoering (bijvoorbeeld door het horen van getuigen) noodzakelijk is en daar leent een kort geding zich niet voor.
4.7.
Shellter zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Floriade worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat €
656,00
Totaal € 1.332,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart Shellter niet-ontvankelijk in haar vordering,
5.2.
veroordeelt Shellter in de proceskosten, aan de zijde van Floriade tot op heden begroot op € 1.332,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2022.