In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland wordt een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend aan een minderjarige, geboren in 2006, die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft de zaak op 31 oktober 2022 behandeld, waarbij de minderjarige, haar ouders en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De minderjarige is het niet eens met het verzoek voor een gesloten plaatsing en heeft de wens om bij haar meerderjarige vriend te wonen. Haar advocaat pleit voor een kortere termijn van drie maanden, maar de ouders steunen het verzoek van de gecertificeerde instelling.
De kinderrechter oordeelt dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die zich negatief laten beïnvloeden door haar vriend. De kinderrechter wijst op de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en de noodzaak om haar contact met de vriend te beperken. De kinderrechter concludeert dat een periode van zes maanden voor de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de minderjarige de ruimte te geven voor haar eigen ontwikkeling en om te voorkomen dat zij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden worden aangevochten.