ECLI:NL:RBMNE:2022:520
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R. van Es – de Vries
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding bij intrekking van beroep inzake uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) aangevraagd, maar deze was door verweerder geweigerd in een besluit van 3 december 2020. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 25 juni 2021. Hierop heeft eiser beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft verweerder op 26 januari 2022 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij eiser alsnog een IVA-uitkering is toegekend, met terugwerkende kracht vanaf 8 mei 2011.
Naar aanleiding van deze toekenning heeft eiser zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de aanspraak op proceskosten niet heeft bestreden en heeft daarom verweerder veroordeeld in de kosten die eiser heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. De proceskosten zijn vastgesteld op € 759,00, en verweerder is ook verplicht het door eiser betaalde griffierecht van € 50,00 te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door rechter J.R. van Es – de Vries en griffier mr. drs. N.L.K.J. Li. De beslissing is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.