Uitspraak
1.De procedure
- de brief van de vertegenwoordigers van verzoekster van 15 oktober 2022 met daarin het wrakingsverzoek gericht tegen mr. J.M. van Wegen;
- de schriftelijke reactie van mr. Van Wegen van 31 oktober 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 november 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. J.M. van Wegen, de behandelend rechter in een civiele procedure. Verzoekster, een B.V., had het wrakingsverzoek ingediend op grond van vermeende partijdigheid van de rechter. De verzoekster stelde dat de rechter haar verweer zou ontzeggen en dat er sprake was van ongepaste interacties met de gemachtigde van de eisers. Tijdens de zitting op 8 november 2022 werd het verzoek behandeld, waarbij de vertegenwoordigers van verzoekster aanwezig waren, maar de rechter niet. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster zorgvuldig onderzocht, maar concludeerde dat er geen bewijs was voor subjectieve of objectieve partijdigheid van de rechter. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter zich correct had gedragen en dat haar vragen aan de gemachtigde van de eisers niet duidden op vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan alle betrokken partijen te communiceren. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.