Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 augustus 2022 in de zaak tussen
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft verzoekster bezwaar ingediend tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) van 3 februari 2022. Het UWV heeft op 8 maart 2022 het bezwaar ongegrond verklaard, waarna verzoekster in beroep is gegaan bij de rechtbank. Op 25 juli 2022 heeft het UWV echter een nieuw besluit genomen, waarin het eerdere besluit is gewijzigd. Hierop heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van haar proceskosten. Het UWV heeft op 19 augustus 2022 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat zij voldoende informatie heeft om het verzoek om proceskostenvergoeding te beoordelen zonder dat partijen voor een zitting hoeven te verschijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, aangezien het beroep is ingetrokken omdat het UWV aan verzoekster tegemoet is gekomen, het UWV verplicht is om de proceskosten te vergoeden. Dit is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de proceskosten van verzoekster vastgesteld op € 1.028,-, bestaande uit kosten voor het indienen van het bezwaarschrift en het beroepschrift. Daarnaast moet het UWV ook het griffierecht aan verzoekster betalen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van het vastgestelde bedrag aan verzoekster. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2022 door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin.