Op 14 december 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 46-jarige man, die werd verdacht van betrokkenheid bij de handel in (automatische) vuurwapens en het opzettelijk in zijn woning aanwezig hebben van vuurwapens, munitie, tasers, pepperspray en messen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij wetenschap had van de strafbare feiten die door zijn medeverdachten werden gepleegd. De zaak werd behandeld op basis van de terechtzittingen van 2 september en 30 november 2022, waarbij de verdachte aanwezig was en zijn verdediging werd gevoerd door mr. J. Zaim. De officier van justitie, mr. N.T.R.M. Franken, had betoogd dat de verdachte medeplichtig was aan de wapenhandel door zijn woning beschikbaar te stellen voor de opslag van wapens. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte niet als tussenpersoon of verkoper van de wapens kon worden aangemerkt en dat hij niet voldoende betrokken was bij de wapenhandel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet opzettelijk de wapens had voorhanden gehad en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. Tevens werden de in beslag genomen wapens onttrokken aan het verkeer, omdat deze van zodanige aard waren dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd was met de wet.