Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de zaak
2.Waar het in deze procedure om gaat
3.Het geschil
- de huurverplichting van [gedaagde] voor 9 dagen in de maand augustus 2021 vast te stellen op € 0 dan wel te verlagen tot een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag,
- de huurprijs te verlagen tot een door de kantonrechter in goede Justitie te bepalen bedrag, met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2021 (althans vanaf het moment u redelijk acht) tot aan de dag dat Bo-Ex betonrot aan het balkon heeft hersteld
- te verklaren voor recht dat de afrekening servicekosten van Bo-Ex ook voor het onderdeel ‘Elektra’ niet voldoet aan de wettelijke eisen, waaronder de ‘vermelding van de wijze van berekening’ (artikel 7:259 lid 2);
- aansluiting te zoeken bij de rapportage van de Huurcommissie en de bevindingen van de rapporteur;
- Bo-Ex te veroordelen tot terugbetaling aan [gedaagde] binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis van te veel betaalde voorschotten servicekosten (dat het bedrag van de rapportage van de Huurcommissie te boven gaat), een en ander te verhogen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2021 (uiterlijke termijn voor afrekening) tot aan de dag van algehele betaling;
- veroordeling van Bo-Ex in de proceskosten.
4.De beoordeling
Wat is [gedaagde] aan servicekosten over 2020 verschuldigd?
€ 248 (twee keer het tarief van € 124)