In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 23 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 20 december 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 17 november 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke is gesteld op 16 februari 2022 en eiseres pas op 26 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is en dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft de termijn voor het nemen van dit besluit vastgesteld op twaalf weken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Belastingdienst/Toeslagen de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het betaalde griffierecht van € 50,- terugbetalen. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra en griffier M.L. Bressers, en is openbaar uitgesproken op 20 december 2022.