In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 december 2022, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 6 januari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en had verweerder in gebreke gesteld op 1 februari 2022. Na het verstrijken van de termijn heeft eiseres op 26 oktober 2022 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat verweerder nog geen besluit had genomen. De rechtbank bepaalde dat verweerder alsnog binnen twaalf weken na de uitspraak een besluit moest nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die op € 379,50 werden vastgesteld, en het griffierecht van € 50,- moest worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.