ECLI:NL:RBMNE:2022:5629

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
C/16/543240 / FO RK 22-902
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijk eenhoofdig gezag en omgangsregeling in familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 december 2022 een beschikking gegeven over het gezag en de omgangsregeling van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], in het kader van een verzoek van de moeder. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L. Vermeer, verzocht om tijdelijk eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] en een omgangsregeling met de vader. De ouders hebben een relatie gehad en hebben samen twee kinderen, die bij de moeder wonen. De vader heeft recentelijk een veroordeling voor stalking van de moeder gekregen, wat heeft geleid tot een locatie- en contactverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk gezag uit te oefenen vanwege de verstoorde verhoudingen en het contactverbod. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de moeder toegewezen en haar tijdelijk eenhoofdig gezag over [minderjarige 1] verleend voor de duur van een jaar. De omgangsregeling is vastgesteld, waarbij de kinderen om de week van vrijdag 17.30 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven, met de voorwaarde dat de overdracht via een derde persoon of hulpverlener plaatsvindt. De rechtbank heeft ook een voorlopige regeling voor vakanties en feestdagen vastgesteld, waarbij de kinderen bij de ouders verblijven volgens een vast schema. De rechtbank heeft de definitieve beslissing over het ouderlijk gezag en de omgangsregeling aangehouden tot 8 december 2023, met de mogelijkheid voor partijen om tijdig te laten weten of er meer uitstel of een nieuwe zitting nodig is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/543240 / FO RK 22-902
Gezag en omgang
Beschikking van 8 december 2022
in de zaak van:
[de moeder],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. J.L. Vermeer,
tegen
[de vader],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen), binnengekomen op 5 augustus 2022;
  • het bericht met bijlagen van de moeder van 4 november 2022 (via F9-formulier).
1.2.
De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 10 november 2022. Daarbij waren aanwezig:
  • de vader;
  • de moeder, bijgestaan door mr. J.L. Vermeer;
  • de heer [A] als vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders hebben een relatie met elkaar gehad.
2.2.
Zij hebben samen twee kinderen:
  • [minderjarige 1], geboren op [2014] in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2], geboren op [2020] in [geboorteplaats] .
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder.
2.3.
De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige 1] . Dat betekent dat zij de belangrijke beslissingen over [minderjarige 1] samen nemen. De moeder heeft eenhoofdig gezag over [minderjarige 2] .
2.4.
Ter zitting hebben partijen toegelicht dat zij anderhalf à twee jaar geleden met elkaar zijn overeengekomen dat de kinderen in de zomertijd om de week vanaf vrijdag 17.30 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven en in de wintertijd vanaf zaterdagochtend tot zondag 17.00 uur. De moeder brengt de kinderen naar de vader en de vader brengt de kinderen naar de moeder.
2.5.
De vader is recentelijk veroordeeld voor het stalken van de moeder. Hij heeft daarbij een locatie- en contactverbod opgelegd gekregen. De vader mag tot 4 oktober 2023 niet in de buurt van de woning van de moeder komen en geen contact met de moeder opnemen.
2.6.
De vader heeft de kinderen nu ongeveer vijf maanden niet gezien.
2.7.
De ouders zijn het niet eens over het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en de zorgregeling tussen de vader en de kinderen. De moeder wil dat het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] gewijzigd wordt naar eenhoofdig gezag voor haar. Daarnaast verzoekt de moeder om een omgangsregeling vast te leggen tussen de kinderen en de vader, die inhoudt dat de kinderen in de even weken bij de vader verblijven van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen. De overdracht moet plaatsvinden voor het politiebureau of door een vriendin van de moeder.
2.8.
De vader heeft geen verweerschrift ingediend. Hij heeft ter zitting verklaard dat hij het niet eens is met het verzoek van moeder over het gezag. Hij wil het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] behouden. Hij vindt dat de zorg-/omgangsregeling zo moet zijn dat de moeder de kinderen in de zomertijd op vrijdag om 19.00 uur bij hem brengt en in de wintertijd op zaterdagochtend. Hij is het er wel mee eens dat de kinderen dan tot zondag 17.00 uur bij hem verblijven en dat hij de kinderen dan weer bij de moeder brengt.

3.De beoordeling

Eenhoofdig gezag over [minderjarige 1]
3.1.
De rechtbank zal het verzoek van de moeder toewijzen voor de duur van een jaar. Dat betekent dat de moeder voor de duur van het komende jaar eenhoofdig gezag heeft over [minderjarige 1] . Het verzoek van de moeder over het gezag voor de periode daarna wordt voor de duur van een jaar aangehouden. Deze beslissing wordt hierna uitgelegd.
3.2.
De rechtbank kan het gezamenlijk gezag beëindigen indien de omstandigheden gewijzigd zijn sinds de ouders gezamenlijk gezag hebben. [1] Daarnaast kan de rechtbank deze beslissing nemen als de rechtbank de wijziging van het gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk vindt. [2] Naar het oordeel van de rechtbank vloeit hieruit voort dat de rechtbank het gezag ook tijdelijk kan wijzigen.
3.3.
De rechtbank acht, gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, voldoende redenen aanwezig om de gezagssituatie tijdelijk te wijzigen. Voor gezamenlijk gezag is immers gewenst dat de ouders met elkaar kunnen overleggen en zodoende in staat zijn samen beslissingen te nemen over de kinderen. Het locatie- en contactverbod maakt het echter onmogelijk voor de ouders om gedurende een jaar rechtstreeks met elkaar te communiceren. Dit kan enkel via een advocaat of hulpverlenende instanties. De rechtbank acht een dergelijke manier van communiceren niet bepaald geschikt voor de uitoefening van gezamenlijk gezag.
3.4.
Daarnaast zijn de verhoudingen tussen partijen ernstig verstoord geraakt. De moeder wil geen enkel rechtstreeks contact met de vader en is bang voor hem. Gezien de veroordeling en de feiten die daaraan ten grondslag zijn gelegd, is haar angst niet geheel onbegrijpelijk. Communicatie tussen partijen is ook los van het contactverbod om die reden op dit moment onmogelijk. Dit blijkt ook uit het feit dat de ouders, nog voordat de vader een locatie- en contactverbod opgelegd kreeg, op initiatief van de politie met elkaar in gesprek zijn geweest in aanwezigheid van een medewerker van Veilig Thuis. Het is niet gelukt om een constructief gesprek te voeren. Ook daarna is het niet gelukt om met hulp van Veilig Thuis of andere hulpverlening een manier te vinden waarop de ouders met elkaar kunnen communiceren over de kinderen. Vooralsnog is niet te verwachten dat daar verbetering in zal komen het komende jaar. De vader heeft er namelijk ook ter zitting nog onvoldoende blijk van gegeven inzicht te hebben in de ernst van de situatie en het effect dat zijn verbaal agressieve gedrag op anderen kan hebben. Hij legt de schuld bij anderen en geeft weinig blijk van zelfreflectie.
3.5.
De rechtbank vindt het om bovenstaande redenen in het belang van de kinderen noodzakelijk dat de moeder het gezag over de kinderen in het komende jaar alleen kan uitoefenen. Er zullen in de komende tijd verschillende gezagsbeslissingen genomen moeten worden. [minderjarige 1] moet waarschijnlijk naar speciaal onderwijs en daarnaast lopen er onderzoeken in het ziekenhuis naar zijn spierzwakte en algehele ontwikkelingsachterstand. Omdat het onder de huidige omstandigheden vrijwel onmogelijk is voor de ouders om het gezag gezamenlijk uit te oefenen, zal de moeder de noodzakelijke beslissingen alleen moeten kunnen nemen.
3.6.
De rechtbank verwacht echter dat gezamenlijk gezag wel weer mogelijk is met het verstrijken van de tijd. Over een jaar is het locatie- en contactverbod aflopen en is rechtstreek overleg tussen de ouders dus weer toegestaan. Verder sluit de rechtbank een verbetering van de betrekkingen niet uit, ook omdat de moeder erkent dat de vader op zichzelf wel een goede vader is en zij een vrij gangbare omgangsregeling voorstaat. De moeder kent dus ook zelf een significante rol toe aan de vader in het leven van de kinderen en heeft in dat kader beloofd dat zij de bij de kinderen betrokken instanties toestemming zal geven om de vader rechtsreeks informatie over de kinderen te verstrekken. Daarbij geldt natuurlijk wel dat de vader zijn gedrag zal moeten aanpassen. Een eerste stap in die richting heeft de vader al gezet. Hij heeft namelijk ter zitting zijn excuses aangeboden en aangegeven dat hij spijt heeft van zijn gedrag en dat hij geleerd heeft dat het niet goed is om op deze manier te handelen. Dit jaar moet hij laten zien dat hij de omgangsregeling nakomt en het contact- en locatieverbod respecteert. Dat betekent ook dat hij de moeder niet kan roepen als hij haar ergens ziet en niet moet proberen om direct contact met haar te hebben. Kortom, het komende jaar zal de vader zich van zijn goede kant moeten laten zien.
3.7.
De rechtbank wil uiterlijk over een jaar, dus voor 8 december 2023, van partijen vernemen wat de stand van zaken is, en hoe zij verder willen in deze procedure.
Omgangsregeling
3.8.
De rechtbank zal als voorlopige omgangsregeling vaststellen dat de kinderen om de week vanaf vrijdag 17.30 uur tot zondag 17.00 uur omgang hebben met de vader, waarbij in ieder geval voor de duur van het locatie- en contactverbod geldt dat een door de moeder aan te wijzen persoon of een hulpverlener de kinderen naar de vader brengt en bij de vader ophaalt.
Daarnaast zal de rechtbank de vakanties en feestdagen voorlopig als volgt verdelen:
- de kinderen verblijven in de
voorjaarsvakantietijdens de eerste helft van de vakantie bij de moeder en tijdens de tweede helft van de vakantie bij de vader. Het wisselmoment is op woensdag om 18.00 uur;
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste week van de
meivakantiebij de vader en in de tweede week van de meivakantie bij de moeder. In de oneven jaren is dat andersom. Het wisselmoment is op zaterdag om 10.00 uur.
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste drie weken van de
zomervakantiebij de moeder en in de laatste drie weken van de zomervakantie bij de vader. In de oneven jaren is dat andersom. De wisselmomenten zijn op zaterdag om 10.00 uur;
- de kinderen verblijven in de
herfstvakantietijdens de eerste helft van de vakantie bij de moeder en tijdens de tweede helft van de vakantie bij de vader. Het wisselmoment is op woensdag om 18.00 uur;
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste week van de
kerstvakantiebij de moeder en in de tweede week van de kerstvakantie bij de vader. In de oneven jaren is dat andersom. Het wisselmoment is op zaterdag om 10.00 uur. De kinderen zijn tijdens de kerstdagen en jaarwisseling bij de ouder waar ze die week verblijven. In 2022 betekent dat dat de kinderen met kerst bij de moeder zijn en met de jaarwisseling bij de vader;
- de kinderen zullen in de even jaren vanaf 17.30 uur op de donderdag voor Goede vrijdag tot
17
uur op Tweede Paasdag bij de vader zijn;
- de kinderen zullen in de oneven jaren vanaf 10.00 uur op Hemelvaartsdag tot 17.00 uur op
Tweede Pinksterdag bij de vader zijn;
- de kinderen zullen op Vaderdag van zaterdagavond 19.00 uur daaraan voorafgaand tot en met zondag 19.00 uur bij de vader verblijven indien dit buiten de geldende zorgregeling valt en de kinderen zullen op Moederdag van zaterdagavond 19.00 uur daaraan voorafgaand tot en met zondag 19.00 uur bij de moeder verblijven indien dit buiten de geldende zorgregeling valt;
- de overige vakantie- en feestdagen verblijven de kinderen bij de moeder;
- waarbij in ieder geval voor de duur van het locatie- en contactverbod geldt dat een door de moeder aan te wijzen persoon of een hulpverlener de kinderen naar de vader brengt en bij de vader ophaalt.
3.9.
De rechtbank stelt de omgangsregeling op deze wijze vast omdat de rechtbank het belangrijk vindt voor de kinderen dat zij de vader regelmatig en op vaste tijden zien. De ouders zijn anderhalf à twee jaar geleden als omgangsregeling met elkaar overeengekomen dat de kinderen in de zomertijd vanaf vrijdag 17.30 tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven en in de wintertijd vanaf zaterdagochtend tot zondag 17.00 uur. Het locatie- en contactverbod mag niet in de weg staan aan contact tussen de vader en de kinderen. Daarom voegt de rechtbank nu aan de eerder door partijen overeengekomen omgangsregeling toe dat de kinderen door een derde persoon moeten worden gebracht en opgehaald. Anders dan de vader, ziet de rechtbank geen reden om vast te leggen dat de kinderen in de wintertijd pas vanaf zaterdagochtend naar de vader gaan. De ouders hebben in het verleden onderling afgesproken dat de moeder de kinderen in de wintertijd pas op zaterdagochtend naar de vader zou brengen zodat zij op vrijdagavond niet in het donker naar buiten hoeft. Nu de moeder niet zelf de kinderen haalt en brengt, is dit geen reden om de omgangsregeling in de wintertijd te beperken.
3.10.
De rechtbank heeft de vakanties en feestdagen ongeveer bij helfte verdeeld, zodat partijen hier niet nader met elkaar over hoeven te communiceren. Bij de verdeling heeft de rechtbank geprobeerd te voorkomen dat de kinderen onnodig vaak tussen de ouders heen en weer moeten, omdat de overdracht steeds door een derde moet worden gefaciliteerd.
3.11.
De rechtbank vindt het belangrijk om hierbij te benadrukken dat de moeder ter zitting heeft toegelicht dat hoewel zij zelf bang is voor de vader, zij geen twijfels heeft over de veiligheid van de kinderen bij de vader.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
bepaald dat de moeder het eenhoofdig gezag heeft over [minderjarige 1] gedurende het komende jaar, dat is tot 8 december 2023;
4.2.
wijzigt de tussen partijen overeengekomen zorg-/omgangsregeling en stelt als voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de kinderen vast:
- voor de duur van het locatie- en contactverbod zal de overdracht van de kinderen steeds via een derde plaatsvinden. De kinderen worden door een door de moeder aan te wijzen persoon of een hulpverlener naar de vader gebracht en bij de vader opgehaald;
- de kinderen verblijven om de week vanaf vrijdag 17.30 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader;
- de kinderen verblijven in de
voorjaarsvakantietijdens de eerste helft van de vakantie bij de moeder en tijdens de tweede helft van de vakantie bij de vader. Het wisselmoment is op woensdag om 18.00 uur;
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste week van de
meivakantiebij de vader en in de tweede week van de meivakantie bij de moeder. In de oneven jaren is dat andersom. Het wisselmoment is op zaterdag om 10.00 uur.
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste drie weken van de
zomervakantiebij de moeder en in de laatste drie weken van de zomervakantie bij de vader. In de oneven jaren is dat andersom. De wisselmomenten zijn op zaterdag om 10.00 uur;
- de kinderen verblijven in de
herfstvakantietijdens de eerste helft van de vakantie bij de moeder en tijdens de tweede helft van de vakantie bij de vader. Het wisselmoment is op woensdag om 18.00 uur;
- de kinderen verblijven in de even jaren in de eerste week van de
kerstvakantiebij de moeder en in de tweede week van de kerstvakantie bij de vader. In de oneven jaren is dat andersom. Het wisselmoment is op zaterdag om 10.00 uur. De kinderen zijn tijdens de kerstdagen en jaarwisseling bij de ouder waar ze die week verblijven. In 2022 betekent dit dat de kinderen met Kerst bij de moeder zijn en met de jaarwisseling bij de vader;
- de kinderen zullen in de even jaren vanaf 17.30 uur op de donderdag voor Goede vrijdag tot
17
uur op Tweede Paasdag bij de vader zijn;
- de kinderen zullen in de oneven jaren vanaf 10.00 uur op Hemelvaartsdag tot 17.00 uur op
Tweede Pinksterdag bij de vader zijn;
- de kinderen zullen op Vaderdag van zaterdagavond 19.00 uur daaraan voorafgaand tot en met zondag 19.00 uur bij de vader verblijven indien dit buiten de geldende zorgregeling valt en de kinderen zullen op Moederdag van zaterdagavond 19.00 uur daaraan voorafgaand tot en met zondag 19.00 uur bij de moeder verblijven indien dit buiten de geldende zorgregeling valt;
- de overige vakantie- en feestdagen verblijven de kinderen bij de moeder;
- waarbij in ieder geval voor de duur van het locatie- en contactverbod geldt dat een door de moeder aan te wijzen persoon of een hulpverlener de kinderen naar de vader brengt en bij de vader ophaalt.
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
houdt de definitieve beslissing over het ouderlijk gezag en de omgangsregeling voor het overige pro forma aan tot 8 december 2023, met verzoek aan partijen om tijdig voor die datum te laten weten:
  • of meer uitstel nodig is en zo ja, voor hoe lang;
  • of een nieuwe zitting nodig is;
  • of de rechtbank een beslissing kan nemen zonder nieuwe zitting.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.A.A.T. Engbers (kinder)rechter, in samenwerking met mr. S. Richtersz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2022.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:253n BW;
2.Artikel 1:251a BW;