Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
verdachte] iets van aangever pakte en hij vervolgens zag dat [verdachte] aangever sloeg totdat hij zag dat er veren uit een jas kwamen. Medeverdachte [medeverdachte 2] verklaart bij de rechter-commissaris ook dat er opeens veren uit een jas leken te komen en dat hij gezien heeft dat aangever gestoken werd door een donker persoon. De rechtbank merkt ten aanzien van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op dat zij pas ruim drie maanden na het incident zijn aangehouden. Zij verklaren dan allebei zeer opvallend en specifiek dat zij veren uit een jas zagen komen. De aangever heeft niet beschreven dat er op het moment van het steekincident veren uit zijn jas zijn gekomen en niet is gebleken dat de politie tijdens het (forensische) onderzoek veren heeft aangetroffen op de plaats delict. Beide medeverdachten hebben er ook een groot belang bij om niet naar waarheid te verklaren, omdat zij zelf in de nabije omgeving van waren toen het steekincident plaatsvond en hun eigen betrokkenheid niet kan worden uitgesloten. De rechtbank acht deze verklaring daarom onvoldoende overtuigend om voor het bewijs te bezigen.
5.BENADEELDE PARTIJ
7.BESLAG
- 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MD4R022022_728356, Wit, merk: Iphone);
- 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MD4R022022_728357, Zwart, merk: Samsung);
- 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MD4R022022_728358, Grijs, merk: Iphone);
- 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MD4R022022_728359, Roze, merk: Iphone).
5.BESLISSING
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 289 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
door deze [aangever] meermalen, althans eenmaal te steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de arm en/of in de zij, althans het lichaam,
van deze [aangever] ;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- deze [aangever] op te wachten en/of (vervolgens) achter deze [aangever] te lopen, en/of
- de mobiele telefoon van deze [aangever] af te pakken, en/of
- het tasje van deze [aangever] vast te pakken en/of hierbij te zeggen: "jij gaat met mij mee" en/of,
- deze [aangever] meermalen, althans eenmaal te steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de arm en/of in de zij, althans het lichaam, van deze [aangever] ;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )