ECLI:NL:RBMNE:2022:5897
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de gevolgen van een te late uitspraak op bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van 30 maart 2021. De eiser, woonachtig in Utrecht, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond in de uitspraak op bezwaar van 18 mei 2022, waarna de eiser in beroep ging.
De rechtbank heeft het beroep behandeld met behulp van een beeldverbinding, waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar te laat was met het nemen van de uitspraak op bezwaar, maar dat dit niet automatisch leidde tot de vernietiging van de naheffingsaanslag. De rechtbank verduidelijkte dat de termijnoverschrijding een termijn van orde betreft, waar geen rechtsgevolgen aan zijn verbonden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en benadrukte dat de mogelijkheid bestaat om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen. De eiser werd geïnformeerd over de procedure voor het indienen van een hogerberoepschrift bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, inclusief de mogelijkheid om een voorlopige voorziening aan te vragen indien de zaak spoed heeft.