ECLI:NL:RBMNE:2022:5908
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot omzetting van prestatiebeurs naar gift wegens gezondheidsproblemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 december 2022 uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om omzetting van zijn prestatiebeurs naar een gift. Eiser, die lijdt aan het prikkelbare darmsyndroom (PDS), stelde dat hij door gezondheidsproblemen niet in staat was om af te studeren. De hogeschool had echter geadviseerd het verzoek af te wijzen, wat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in zijn besluit van 8 september 2022 heeft overgenomen. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de minister op basis van het advies van de hogeschool het verzoek van eiser terecht heeft afgewezen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de wetgeving vereist dat bijzondere omstandigheden, die een omzetting van de prestatiebeurs naar een gift rechtvaardigen, moeten worden aangetoond door verklaringen van zowel een arts als de onderwijsinstelling. In dit geval was de verklaring van de hogeschool niet ondersteunend voor het verzoek van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de hogeschool zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de gezondheid van eiser en dat het advies inzichtelijk en consistent was. Eiser was het niet eens met de afwijzing en betoogde dat het niet aan de hogeschool was om te bepalen of hij in staat was om te studeren, maar de rechtbank volgde deze redenering niet.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de wetgever bewust heeft gekozen voor de noodzaak van een advies van de onderwijsinstelling, omdat deze het beste in staat is om het causale verband tussen de bijzondere omstandigheden en de studiemogelijkheden te beoordelen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de minister het verzoek om kwijtschelding van de prestatiebeurs mocht afwijzen. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.