In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vader en de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) over de benoeming van een tweede gezinsvoogd. De vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. P.G.M. Lodder, heeft verzocht om de benoeming van een gezinsvoogd op korte termijn, omdat hij al meer dan een jaar geen contact heeft gehad met zijn kinderen, [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voornaam)]. De GI heeft echter aangegeven dat er een lange wachtlijst is en dat zij momenteel niet in staat zijn om een extra gezinsvoogd aan te stellen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting op 7 januari 2022, waarbij de moeder en de GI niet aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI aan haar toezegging gebonden is, maar dat de huidige capaciteit van de GI niet toereikend is om aan het verzoek van de vader te voldoen. De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat de GI een eigen beleid voert en dat de rechtbank geen invloed heeft op de inzet van middelen en mensen door de GI. De kinderrechter heeft het verzoek van de vader afgewezen, met de overweging dat de kinderen zich van de vader hebben afgekeerd en dat de GI de belangen van de kinderen vooropstelt. De beslissing is schriftelijk vastgesteld op 24 januari 2022 en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022.