4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsuitsluiting?
De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat er tijdens de fouillering op grond van de Opiumwet van verdachte geen ernstige bezwaren tegen hem bestonden.
Verdachte is staande gehouden op grond van de Wegenverkeerswet en op die grond om zijn rijbewijs gevraagd. Korte tijd later is verdachte gevraagd om uitlevering van verdovende middelen en om controle van zijn tasje, terwijl uit het proces-verbaal niet eenduidig volgt dat op dat moment een verdenking bestond voor overtreding van de Opiumwet en op welke feiten en omstandigheden de verbalisanten een dergelijke verdenking zouden hebben gebaseerd. Op dat moment was namelijk uitsluitend sprake was van een staande houding op grond van de Wegenverkeerswet, aldus de raadsman. De vordering tot uitlevering van verdovende middelen en de daarop volgende fouillering van verdachte op basis van de Opiumwet zijn daarom onrechtmatig, zodat het daardoor verkregen bewijs, maar ook het bewijs dat daar vervolgens uit is voortgevloeid, moeten worden uitgesloten. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken.
De rechtbank volgt dit verweer niet. Nadat verdachte zijn rijbewijs had afgegeven, hebben de verbalisanten verdachte in het politiesysteem nagekeken en zij constateerden dat verdachte op 15 december 2020 was aangehouden voor handel in verdovende middelen, dat verdachte als top-X’er stond gelabeld en dat het voertuig waarin verdachte reed meerdere aandachtsvestigingen met betrekking tot handel in drugs had. De rechtbank heeft geen reden om aan deze constateringen opgenomen in een ambtsedig proces-verbaal te twijfelen, ondanks dat deze omstandigheden in het dossier niet met onderliggende stukken zijn onderbouwd. Vervolgens hebben de verbalisanten met toestemming van verdachte in zijn nektasje gekeken en de auto doorzocht. Ze vonden in het nektasje van verdachte een Nokia telefoon en relateren daarover dat hen ambtshalve bekend is dat dit soort Nokia-telefoons gebruikt worden als dealertelefoon. Daarna zagen de verbalisanten een onnatuurlijke bobbel in de broek van verdachte. Verbalisanten hebben verdachte daarop aangegeven dat zij het vermoeden hadden dat hij drugs verstopte in zijn broek. Verdachte begon zich vervolgens recalcitrant te gedragen en wilde hij met zijn handen naar zijn broekzakken en kruis grijpen, terwijl de verbalisanten verdachte zijn handen al op de auto hadden laten plaatsen.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden zijn verbalisanten overgegaan tot het fouilleren van verdachte op grond van de Opiumwet. De rechtbank acht bovengenoemde omstandigheden voldoende voor het aannemen van ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Opiumwet. Daar komt nog bij dat verdachte, eenmaal in de politieauto, zelf de verdovende middelen uit zijn broek heeft laten vallen, waarna het voorhanden hebben van drugs pas is geconstateerd.
Het voorgaande betekent dat de fouillering van verdachte rechtmatig was en er geen aanleiding bestaat om tot bewijsuitsluiting over te gaan.
Partiële vrijspraak van feit 2
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het onder feit 1 ten laste gelegde. De rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen niet concluderen dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode heeft gedeald in cocaïne. Uit het dossier volgt dat er meerdere dealers onder de naam ‘ [bijnaam] ’ gebruik maakten van het telefoonnummer dat hoort bij de bij verdachte aangetroffen telefoon. Getuige [getuige] heeft verklaard dat er meerdere [bijnaam] onder dit nummer werkzaam waren. Verdachte zelf heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de telefoon ophaalde en weer inleverde wanneer zijn ‘dienst’ erop zat. Dat de dealertelefoon gedurende een langere periode actief is geweest kan de rechtbank vaststellen op basis van de telefoongegevens en de getuigenverklaring van mevrouw [getuige] , maar de rechtbank kan op basis van deze gegevens niet vaststellen dat het verdachte is geweest die vanaf 16 juli 2021 al gebruik maakte van deze telefoon. Hoewel getuige [getuige] daarover verklaart, ontbeert de door haar genoemde periode verankering op dit punt. Om die reden zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de periode van 16 juli 2021 tot en met 27 augustus 2021.
Het bewijs feiten 1 en 2
Uit een proces-verbaal van bevindingen van 26 september 2021 blijkt het volgende:
Wij reden op 26 september 2021 omstreeks 00.30 uur in een opvallend voertuig in Nieuwegein. Wij zagen grijze Fiat Punto. Wij zagen dat de bestuurder van het
voertuig een mannelijk persoon betrof. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb hierna het genoemde kenteken gecontroleerd in het politiesysteem. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat de tenaamgestelde een vrouw betrof. Hierna hebben wij het voertuig een stopteken gegeven op basis van de wegenverkeerswet. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb hierna het rijbewijs van de bestuurder ter inzage gevorderd. Ik kreeg hierna een rijbewijs van de bestuurder. Ik zag dat de bestuurder de volgende persoon betrof: Voornaam: [verdachte] ; Achternaam: [verdachte] .
Ik heb hierna het voertuig van het [verdachte] doorzocht. Ook mocht ik van [verdachte] in zijn nektasje kijken. Ik zag in het nektasje een zwarte Nokia telefoon zitten. Mij, verbalisant [verbalisant 2] , is ambtshalve bekend dat dit type Nokia vaak worden gebruikt door drugdealers.
Ik zag dat [verdachte] uit zijn broek met de transportboeien om twee zakjes uit zijn broek haalde. Hij haalde dit aan de voorzijde uit zijn broek. Ik zag dat hij de zakjes in zijn handen had. Ik zag dat collega [verbalisant 3] hierna de deur aan de zijde van [verdachte] open maakte. Hierna liet hij de zakjes vallen. Ik verbalisant [verbalisant 1] , heb hierna de gevallen zakjes opgepakt. Wij, verbalisanten, zagen dat een zakje een gripzakje betrof en het andere zakje een boterhamzakje. Wij zagen direct dat er vermoedelijk verdovende middelen in beide
zakjes zaten. Wij zagen namelijk dat er in het boterhamzakje ponypacks zaten.
Wij hebben hierna de beide zakken leeg gehaald om te kijken wat er precies in de zakken zaten. Wij zagen hierna het volgende;
21x kleine bolletjes met wit poeder;
2x kleine bolletjes in blauw papier verpakt;
9x een ponypack;
10x bolletjes met vermoedelijk hasj;
4x bollen met wit poeder;
9x kleine bolletjes met bruin poeder.
Wij hebben hierna de vermoedelijk verdovende middelen in beslag genomen.
Uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 februari 2022 blijkt het volgende:
Het klopt dat ik in cocaïne en heroïne heb gedeald in de periode van eind augustus tot en met mijn aanhouding. Ik had openstaande boetes en wilde geld verdienen. Rond 25 augustus heb ik wat boetes betaald, maar ik kreeg er nog wat binnen die ik moest betalen. Om geld te verdienen ben ik een paar dagen later akkoord gegaan en gaan dealen. Ik kreeg een telefoon en wat drugs. Ik dealde ongeveer drie dagen per week. Na een dag dealen moest ik de telefoon en de drugs weer teruggeven. De Nokia die bij mij is aangetroffen tijdens mijn aanhouding, is de dealertelefoon. De telefoon werd door meerdere dealers gebruikt. De drugs die bij mij zijn aangetroffen waren ook bedoeld om te verkopen. Het geld dat bij mij in beslag is genomen en op de beslaglijst staat, heb ik verdiend met de verkoop van drugs.
Uit een proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2021 blijkt het volgende
Ik bekeek de historische verkeersgegevens van de zwarte Nokia telefoon welke was aangetroffen bij de verdachte [verdachte] .
Geregistreerd contact, telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
Bekend bij politie als: harddruggebruiker (gevalideerd)
Ik zag in de historische belgegevens dat er tussen de telefoon verdachte en de telefoon van betrokken [betrokkene] tussen 17 juli 2021 en 25 september 2021 115 keer contact geweest. Dit contact verliep via SMS en telefonie en betreft zowel ingaande als uitgaande gesprekken.
Geregistreerd contact, telefoonnummer: [telefoonnummer 2]
Bij de politie bekend als: harddruggebruiker
Ik zag in de historische belgegeven dat er tussen 18 juli en 24 september 2021 23 keer contact is geweest. Dit contact verliep via SMS.
Geregistreerd contact, telefoon: [telefoonnummer 3]
Registraties in het politiesysteem met betrekking tot gebruik harddrugs. Tussen 16 juli en 25 september 2021 is er tussen telefoonbetrokkenen en verdacht 306 keer contact. Dit gaat per SMS en telefoongesprek. Het is te zien dat er dagelijks contact is.
Geregistreerd contact, telefoon: [telefoonnummer 4]
Bij de politie bekend als harddruggebruiker
tussen 18 juli 2021 en 24 september 2021 is er tussen verdachte en betrokkenen 33 keer contact geweest per SMS.
Geregistreerd contact, telefoon [telefoonnummer 5]
Bij de politie bekend als harddruggebruiker
In het jaar 2020 een MMA melding binnen gekomen over dealen.
Is tussen de telefoon van betrokkenen en de verdachte tussen 23 augustus en 24 september 2021 17 keer contact geweest via SMS.
Geregistreerd contact, telefoon [telefoonnummer 6]
Bij de politie bekend als harddruggebruiker
Is tussen de telefoon van betrokkenen en de verdachte tussen 18 juli en 25 september 2021 162 x contact geweest via SMS en telefoongesprek.
Geregistreerd contact, telefoon [telefoonnummer 7]
Bij de politie bekend als harddruggebruiker
Is tussen de telefoon van betrokkenen en de verdachte tussen 15 augustus en 24 september 2021 20 x contact geweest via SMS en telefoongesprek.
Geregistreerd contact, telefoon [telefoonnummer 8]
Bij de politie bekend als drugs gebruiker
Is tussen de telefoon van betrokkenen en de verdachte tussen 18 juli en 24 september 2021 36 x contact geweest via SMS en telefoongesprek.
Geregistreerd contact, telefoon [telefoonnummer 9]
Bij de politie bekend als harddruggebruiker.
Is tussen de telefoon van betrokkenen en de verdachte tussen 16 juli en 25 september 2021 47 x contact geweest via SMS en telefoongesprek.
Uit het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 27 september 2021 blijkt het volgende:
9
wikkels met wit poeder
SIN: AAPH2247NL
Relatie met SIN: AAPH2003NL
2,98 gram
Indicatieve test: positief voor cocaïne.
4 bolletjes met wit poeder
SIN: AAPH2249NL
Relatie met SIN: AAPH2002NL
3,89 gram
Indicatieve test: positief voor cocaïne
2 bolletjes met wit poeder (in blauw plastic)
SIN: AAPH2246NL
Relatie met SIN: AAPD2978NL
0,96 gram
Indicatieve test: positief voor cocaïne
21 bolletjes met wit poeder
SIN: AAPD2977NL
Relatie met SIN: AAPH2250NL
4,19 gram
Indicatieve test: positief voor cocaïne
9 bolletjes met bruin poeder
SIN: AAPH2248NL
Relatie met SIN: AAPH2001NL
3,29 gram
Indicatieve test: positief voor heroïne
Uit de NFI-rapporten van 27 september 2021 blijkt het volgende:SIN: AAPH2003NL (uit 2,98 gram wit poeder) = bevat cocaïne
SIN: AAPH2002NL (uit 3,89 gram wit poeder) = bevat cocaïne
SIN: AAPD2978NL (uit 0,96 gram wit poeder) = bevat cocaïne
SIN: AAPD2977NL (uit 4,19 gram wit poeder) = bevat cocaïne
SIN: AAPH2001NL (uit 3,29 gram bruin poeder) = bevat heroïne
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.