ECLI:NL:RBMNE:2022:640

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
UTR 22_12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak na niet tijdige beslissing

Op 15 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, geregistreerd onder zaaknummer UTR 22/12. De verzoeker had beroep ingesteld omdat het Openbaar Ministerie, Parket-Generaal Bestuurlijke en Juridische Zaken, niet tijdig had beslist na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 15 maart 2021. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten. In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer UTR 22/13, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, de voorzieningenrechter, en mr. R.G. Kamphof, de griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 februari 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/12
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 februari 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. S.G. Blasweiler)
en
Openbaar Ministerie Parket-Generaal Bestuurlijke en Juridische Zaken, verweerder
(gemachtigde: mr. M.U. Smis).

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist na de uitspraak van de rechtbank van 15 maart 2021. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer UTR 22/13, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G. Kamphof, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2022.
griffier voorzieningenrechter
mr. R.G. Kamphof mr. B. Fijnheer
(
is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.