In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Groot-Brittannië, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland ontving het beroep op 9 december 2022, nadat het eerder was doorgestuurd vanuit de rechtbank Den Haag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden. Eiseres had verweerder op 12 april 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 6 september 2022 beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om dit besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank eiseres in de proceskosten vergoed, tot een bedrag van € 379,50, en moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter M. Eversteijn en is openbaar uitgesproken op 9 december 2022.