ECLI:NL:RBMNE:2022:643
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugvordering van bijstand na intrekking op basis van schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die bijstandsuitkering ontving op grond van de Participatiewet, en de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug, die als verweerder optreedt. Eiser had zijn bijstandsuitkering ontvangen tot 17 juni 2020, toen de politie een hennepkwekerij in zijn woning ontdekte en ontruimde. Naar aanleiding van deze ontdekking heeft verweerder op 5 oktober 2020 besloten om het recht op bijstand van eiser met terugwerkende kracht in te trekken, omdat hij de inlichtingenplicht had geschonden door deze hennepkwekerij niet te melden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard op 27 januari 2021. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep ongegrond op 23 september 2021.
Eiser heeft daarna opnieuw beroep ingesteld tegen de terugvordering van de bijstand over de periode van 17 juni 2020 tot en met 31 augustus 2020. De rechtbank heeft in deze procedure geoordeeld dat de beroepsgronden van eiser niet opgingen, omdat hij geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die de eerdere uitspraak van 23 september 2021 zouden kunnen herzien. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bewijs heeft geleverd dat de hennepkwekerij niet aanwezig was en dat hij geen inkomsten uit deze vermeende hennepkwekerij heeft genoten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.