In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 23 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 december 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Verweerder heeft op 3 november 2022 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 16 februari 2022 in gebreke gesteld, en heeft meer dan twee weken later, op 19 september 2022, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder is verplicht om alsnog een besluit te nemen, en de rechtbank heeft bepaald dat dit binnen twaalf weken na de datum van het verweerschrift moet gebeuren, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen.
De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.